donderdag 13 april 2017

Megaponera analis en het veganisme


Als je eens opnieuw kon beginnen. Ik denk daar wel eens aan wanneer ik me zoveel jaar na dato herinner dat ik destijds in 1969 besloot Russisch te gaan studeren om die keuze na één jaar om te zetten in antropologie. Op sommige faculteiten waren de linkse studenten de baas in die jaren en dat gold zeker voor de faculteit sociale en culturele antropologie in Nijmegen. Niet direct een biotoop waar ik me erg senang voelde. Had ik toen maar een andere keuze gemaakt, dacht ik vaak om me meteen te realiseren dat dat soort gevoelens achteraf weinig zinvol of productief zijn.


Maar als ik dan toch voor de keuze zou komen te staan, wat zou ik dán gekozen hebben? Economie, bedrijfskunde, geschiedenis en Nederlands streden al die jaren om de voorrang. Wat me nu echt waanzinnig lijkt is kosmologie maar ik was niet sterk in natuur- en scheikunde. Sinds vandaag echter weet ik zeker dat het evolutiebiologie zou zijn geworden, ofschoon een dergelijke studierichting in 1969 nog niet bestond, denk ik.

Een evolutiebioloog onderzoekt dieren en planten en probeert het gedrag van die soorten te analyseren en verklaren. Een Duitse bioloog - Erik Frank - heeft met zijn team, zo lees ik in de Volkskrant van vandaag (zie Mier heeft ook hospik die gewonde strijdmakkers van het slagveld haalt ) meer dan vierhonderd strooptochten van een agressieve Afrikaanse mierensoort, de Megaponera analis, onderzocht en zij hebben vastgesteld dat deze soort over 'hospik-mieren' beschikt die in de strijd gewonde soortgenoten op hun rug nemen en terug naar huis slepen. Zodra de gewonde dieren weer zijn opgeknapt, nemen ze vrolijk weer deel aan de strijd. En dat is een strijd om voedsel want de Megaponera analis voedt zich met termieten. Let wel, er is hier dus geen sprake van sociaal of altruïstisch gedrag, het is gedrag dat het belang van de soort, het voortbestaan van de soort ondersteunt.

Van mieren weten we ook dat ze van luizen de vleugels afbijten zodat ze ze vervolgens kunnen gebruiken als landbewerkers, leveranciers van voedzame stoffen of anderszins als slaven kunnen inzetten.We weten dat de natuur niet discrimineert en wreed is, zonder aanziens des persoons of des soorts laat passeren wat er zich aan gedragingen voordoet en de gevolgen daarvan zonder waardeoordeel aanvaardt. Zo is de jager maximaal uitgerust om zijn prooi te kunnen vangen en is de prooi maximaal uitgerust om zijn belager te kunnen ontlopen. Eten of gegeten worden, daar komt het in grote trekken op neer.


En dan nu de sprong naar het veganisme, want er wordt van alle zijden een steeds zwaarder beroep op ons gedaan om af te zien van het eten van vlees. Een echte veganist, zoals de filosoof Floris van den Berg, beschouwt het eten van vlees als moreel verwerpelijk zoniet misdadig gedrag. Mij gaat dat te ver, ook al begrijp ik de redenatie zonder probleem. De manier waarop de mens dieren behandelt om ze beschikbaar te houden voor consumptie staat natuurlijk ver af van de jager-prooi-samenleving. In essentie echter is het gegeven dat soorten elkaar verorberen om te overleven vanuit evolutionair oogpunt bezien volstrekt normaal en logisch.

Een probleem ontstaat zodra de menselijke soort moraliteit gaat ontwikkelen en zich realiseert dat hij jegens zijn medemens en andere diersoorten gedrag vertoont dat vanuit zeker moreel oogpunt niet aanvaardbaar wordt geacht. We zijn allemaal groot gebracht met aardappelen, vlees en groenten en als gevolg van de multiculturele samenleving hebben we ook wat exotischer gerechten leren eten. Hier ten huize zijn we in de loop der jaren steeds minder vlees gaan eten en steeds vaker vis. Filosofisch gezien is er geen verschil tussen een rund en een vis natuurlijk maar de bijdrage van runderen aan broeikasgassen is oneindig veel groter dan die van vissen. Maar ook vissen moeten worden gedood alvorens gegeten te kunnen worden.


Het eten van dieren met een zekere aaibaarheidsfactor vinden we moeilijk en dat probleem hebben we wat verder van ons afgeschoven door industriële slachthuizen te bedenken, zodat we niet hoeven te zien wat er met de dieren gebeurt voordat ze op ons bord terecht komen. Het is een lastig fenomeen, ik hoef niet per se vlees te eten maar veel vegetarische maaltijden zijn smakeloos en zouteloos. Mij maakt het niet zo heel veel uit als het maar spicy is, dan vind ik het al gauw lekker. Maar vlees en vis zijn vooralsnog niet te versmaden en ofschoon ik me er wel ongemakkelijk bij voel, laat ik me nog niet aanpraten dat ik me dan schuldig zou maken aan moreel verwerpelijk, ja zelfs misdadig gedrag. Maar dat vlees en vis eten over enkele tientallen jaren zal zijn uitgebannen, dat lijkt mij wel een realistisch scenario.

Geen opmerkingen: