woensdag 26 april 2017

Over tijd, warmte, verleden en toekomst


De Italiaanse natuurkundige Carlo Rovelli schreef een uiterst handzaam boekje met zeven korte beschouwingen over natuurkunde. Ik kan het u aanbevelen want hij neemt u mee naar de moeilijkste natuurkundige fenomenen en slaagt erin ons als leek toch een klein beetje wegwijs te maken in die gecompliceerde materie.


In een hoofdstuk over warmte leert hij ons dat het verschil tussen verleden en toekomst alleen bestaat als er warmte is. Meer specifiek als er warmtestroming is. Wij denken dat warmte alleen van warm naar koud stroomt maar dat is geen correcte veronderstelling. Warmere atomen bewegen sneller en daardoor lopen zij meer kans op koude atomen te stoten dan de kans dat de trager bewegende koude atomen op warmere stoten. In zekere zin is hier het toeval of preciezer gezegd de waarschijnlijkheid bepalend.

In natuurkundige termen is het begrip 'nu' buitengewoon lastig. De betekenis van het woord 'hier' hangt af van de plaats waar je bent. Wij zullen dan ook nooit zeggen dat wat niet hier is, dus ook niet bestaat. Maar van iets wat niet nu is, daarvan zeggen we wel dat het niet bestaat. En dat fenomeen brengt ons bij het 'verstrijken van tijd'. Vervolgens laat Rovelli ons zien dat er een nauwe relatie is tussen tijd en warmte (heden en toekomst verschillen alleen als er sprake is van warmtestroming).


Het zijn natuurkundigen als Stephen Hawking die dit soort raadsels trachten te ontwarren. Met behulp van de kwantummechanica heeft Hawking aangetoond dat zwarte gaten altijd warm zijn. Maar vóór hem liet Einstein ons al zien dat een voor het hele universum identiek 'heden' een illusie is. Er zijn filosofen die menen dat de natuurkunde hier niets te bieden heeft. Wij kunnen ons een wereld voorstellen zonder kleur, zonder materie en zelfs zonder ruimte maar je een wereld zonder tijd voor te stellen, dat lukt ons niet. Want zoals Heidegger het formuleerde: de mens woont in de tijd.


Wat natuurkundigen nu hebben ontrafeld is dat tijd te maken heeft met statistiek, zwaartekracht en thermodynamica. En daarom is de warmte van zwarte gaten zo'n essentieel fenomeen. Wat gebeurt daar precies en waarom? Pas wanneer we dat antwoord hebben gevonden, zullen we iets begrijpen van het verstrijken van de tijd.

Geen opmerkingen: