zaterdag 3 februari 2018

Moeten we blij zijn met flexibilisering?


Het paradepaardje van Lodewijk Asscher, de flexwet. De Nederlandse Bank heeft onderzoek gedaan naar de gevolgen van de flexibilisering van de arbeid. De uitkomsten zijn onaangenaam schokkend. Bedroeg het aandeel van arbeid in het totaal verdiende inkomen (de arbeidsinkomensquote ofwel aiq) in 1995 nog 81%, nu is dat percentage gedaald naar 72,4. Sinds 2003 zijn er in Nederland 477.000 vaste banen verdwenen en zijn er 424.000 zzp'ers bijgekomen.


Dit betekent dat er substantieel meer geld naar de bedrijfswinsten vloeit en tegelijkertijd zien we loonontwikkeling sterk achterblijven bij de economische groei. Het is niet voor niets dat juist de Nederlandse Bank er al geruime tijd voor pleit iets aan die stagnerende loonontwikkeling te doen. Voor een deel is de uitblijvende loonsverhoging een gevolg van het feit dat slechts tien procent van de zzp'ers is aangesloten bij een vakbond. Maar tegelijkertijd, waarschuwt DNB, is er sprake van toenemende concurrentie door de flexibele schil, waardoor de onderhandelingspositie van de vaste werknemers zwakker is geworden.

Ik verwacht dat er niet aan deze ontwikkeling zal worden gesleuteld. Sterker nog, er gaan steeds meer stemmen op om het hele begrip vast dienstverband op de schop te nemen. Werk zal in de toekomst nog voor maximaal vijf jaar gegarandeerd worden en daarna moet de werknemer op zoek naar een nieuwe baan. Een heilloze weg die alleen voor werkgevers interessant is. O hadden we nog maar zoiets als een sociaaldemocratie.

Geen opmerkingen: