Himmel über Berlin heette de film van Wim Wenders uit 1987. Het schijnt dat hij zelf de voorkeur gaf aan de Engelse titel Wings of Desire. Na bjna veertig jaar zag ik deze film opnieuw. Ik was er al weer veel van vergeten. De hernieuwde kennismaking viel me bepaald niet tegen, integendeel. De film is nog steeds springlevend en even veelzeggend als destijds. Ik meen me te herinneren dat ik er destijds niet veel van begreep en voor een deel is dat niet veranderd. De personages spreken geregeld enigmatische woorden uit waar ik geen touw aan vast kon knopen. Zoals in een van de laatste scenes de verschrikkelijk mooie Solveig Dommartin (waarom heb ik haar sindsdien niet meer zie acteren?) Ik heb ademloos naar haar zitten kijken maar van wat ze zei begreep ik helemaal niets. De mens geworden engel Damiel (voortreffelijk vertolkt door Bruno Ganz) bleek haar wel te begrijpen, gelukkig maar voor hem want ook hij was behoorlijk verliefd op haar geworden. Hebben engelen dan toch gevoel?
We kregen dit keer een adequate inleiding op de film waarin een stukje interview met Wim Wenders werd vertoond en waarin hij uitlegde dat hijzelf vroeger veel van engelen had gedroomd. Dat is mij nooit overkomen. Maar daar ligt dus de oorsprong van deze film. Wat nu eigenlijk nut en noodzaak van die engelen waren komen we niet te weten. Ze kunnen niet ingrijpen in de levens van mensen en alleen kinderen kunnen hen zien, zo heb ik begrepen. Een jongen met een verloren liefde pleegt zelfmoord ondanks dat engel Cassiel naast hem staat.
Het is een dromerige, op enkele scenes na geheel in zwart-wit gedraaide, film met een prachtige rol voor Peter Falk, die we natuurlijk allemaal kennen als Columbo. Hoe moet ik deze fraaie film nu toch duiden? Misschien vooral dat we blij moeten zijn dat we allemaal sterfelijk zijn en dat we voordat het zover is gewoon door moeten ploeteren. Soms zit het mee, vaak zit het tegen. Jaag je dromen na en als je geluk hebt kun je er iets van waarmaken. En streef vooral niet naar het eeuwige leven, daar word je zeker niet gelukkig van. Ik weet dat het zo is maar stiekem zou ik toch wel Fosca willen zijn. Maar daarover een andere keer.




























