... vertrokken wij naar Ierland - maar niet dan nadat wij de buurvrouw gemachtigd hadden onze stem uit te brengen - naar Ulster en Donegal dit keer. We hebben daar niet één polling station gezien en op de tv werd er voor zover we dat konden nagaan niet of nauwelijks over de EU gesproken. De Britten waren drukker met het koningsdrama rond Downingstreet 10, zo leek het.
Als je naar het landenrapport Ierland 2018 kijkt, dan gaat het niet echt geweldig met dat land en dat is te zien ook. Wat in het bijzonder opvalt is de ronduit deplorabele staat waarin vastgoed verkeert. Bezoek een willekeurig dorpje of stad en je wordt overvallen door treurnis. Haveloos is het woord dat je als eerste te binnen schiet. De mensen zijn er arm. Het blijft pijn doen jonge mensen in grote steden te zien bedelen, nog geen twintig en dan al alle hoop opgegeven. Dat zou een samenleving niet mogen laten gebeuren.
Belfast was de grootste stad die we bezochten, geen mooie, wel een interessante stad. Er is niets te zien dat de moeite waard is vanwege bijzondere schoonheid of vormgeving. Ook hier verkeerde het meeste vastgoed in de eerder genoemde staat. De stad is interessant vanwege de eindeloze muurschilderingen en vanwege een naargeestige geschiedenis tussen protestanten en katholieken, die als gevolg van het Brexitdrama zomaar weer kan oplaaien. Een jongedame verzekerde ons dat de troubles geen religieuze maar eerst en vooral een politieke kwestie betroffen. Wij weten dat niet en zijn ook te weinig thuis in die geschiedenis om er een weloverwogen oordeel over te kunnen vellen.
Wel aanleiding om me nog eens te verdiepen in Bernadette Devlin, waar ik wellicht nog wel eens een post aan zal wijden. Het zal niet voor niets zijn dat de protestanten pleiten voor de unie met het Verenigd Koninkrijk, aangevuurd door - ook al is hij gelukkig dood - de duivel himself: Ian Paisley.
Wie in Belfast langs de muur loopt die een katholieke wijk van een protestante wijk scheidt, kan zich nauwelijks voorstellen dat we in 2019 leven en dat de vijandigheid tussen de beide bevolkingsgroepen tot op de dag van vandaag voortduurt. We zagen een begrafenisstoet waarvan we niet konden achterhalen tot welke denominatie zij behoorde, maar er liepen heel wat mannen met zwarte dassen, zwarte petten en heel donkere zonnebrillen in mee. Sinister! Na lang zoeken vond ik wie de dode was: Martin McElkerney, van INLA, Irish National Liberation Army. Hij plaatste ooit een booby trap waarbij twee jongens van 11 en 14 omkwamen. Hij werd dood gevonden met een schotwond. Wilt u meer weten, klik dan hier.
Eigenlijk is het maar een droevig land, dat Ierland. Maar de Ieren lijken er tegelijkertijd stoïcijns onder. Ze zijn buitengewoon vriendelijk en gastvrij, ze hebben een uitstekend gevoel voor humor en kunnen tegen een stootje.Als wij er lopen te koukleumen omdat de temperatuur niet boven de 15 graden uit wil komen en er een vochtige en stevige wind waait, lopen de Ieren - mannen én vrouwen - in een t-shirtje en met (onder andere) blote armen door stad of land.
Hebben we ook mooie dingen gezien en vrolijkheid ervaren? Jazeker wel maar daarvoor ben je dan wel aangewezen op je gezelschap (en dat zat wel goed) en het onovertroffen Ierse landschap. De Giant's Causeway stond al lang op mijn lijstje. Dit gebied bestond voornamelijk uit krijt toen zo'n 60 miljoen jaar geleden enorme hoeveelheden zeer vloeibare lava vanuit de diepte aan de oppervlakte kwamen. Continentale plaatbeweging zorgde voor zogeheten oceanische of zeevloerspreiding. Hierdoor ontstond een dik lavaplateau. Deze lava koelde af en kromp waardoor je de kenmerkende basaltzuilen (ruim veertigduizend!) tot de dag van vandaag nog terug kunt zien. (Met dank aan Wikipedia) Ofschoon de plek bezaaid was met Aziaten die in busladingen vol werden aangevoerd en die uitsluitend geïnteresseerd waren in selfies, was het toch een gedenkwaardig reisdoel, dat ik niet had willen missen. We staan nog maar aan het begin van het massatoerisme, dus het zal nog wel veel erger worden. Wen er maar aan!
De kust van Donegal is onvergetelijk mooi, je reist van het ene uitzicht naar het andere en daar kom je gelukkig nauwelijks toeristen tegen, die doen alleen aan wat als highlight is gekenschetst door touroperators. Prachtig en onvergetelijk was het bezoek aan St John's Point, een uiterst smalle landstrook in de oceaan, aan het eind waarvan een vuurtoren nog wat licht in de duisternis schenkt en waar je voortreffelijk kunt zien hoe ooit eens lava over het land werd neergekwakt, lang voordat er organisch leven was ontstaan.
Het was ook daar dat we een gerestaureerd landmark zagen: witte stenen die tezamen het woord EIRE vormden en daarboven het nummer 70. De geschiedenis van dit fenomeen gaat terug naar de Tweede Wereldoorlog en die kun je hier vinden. En tot slot kan ik niet nalaten hier de Ierse luchten te eren die werkelijk onovertroffen zijn. En als u weet dat ik een liefhebber van Guinness en behalve van Schotse, ook van Ierse whiskey (let op de -e- die in Schotse whisky verboden is) ben, dan weet u dat dit een welbestede reis is geweest.
De volledige fotoreportage van deze reis vindt u hier.