dinsdag 18 augustus 2020

Tussen Kieler en Lübecker Bucht

 

Wij fietsten deze zomer tussen Kiel en Lübeck en lieten onze bagage van hotel naar hotel vervoeren. De streek wordt ook wel Holsteinische Schweiz genoemd ofschoon er weinig is wat aan Zwitserland herinnert. De noordelijke Ostseekust is werkelijk prachtig en vrijwel ononderbroken. Maar het mooiste is wel dat dit gedeelte van de kust, en dat is toch een fors stuk, niet door commercie wordt bedreigd. En dat komt omdat er nergens een stad of dorp direct aan de kust ligt. Heel anders is dat aan de oostelijke Ostseekust van dit deel van het land waar plaatsen als Grömitz, Neustadt, Schabeuz en Timmendorfer Strand ongelooflijk druk zijn en sterk op de Nederlandse badplaatsen lijken. Enig verschil: alle strandstoelen staan hier in Duitsland in gelid. Maar waarom de Duitsers zo graag naar het Nederlandse strand trekken terwijl ze in eigen land de Ostseekust hebben, is mij een raadsel. Dat kan toch niet liggen aan het feit dat de Ostseekust slechts een relatief smalle kuststrook is.

Wij befietsten kust en binnenland, beide heerlijke gebieden. Het binnenland is vrijwel volledig agrarisch, glooiende landschappen, veel bebossing, veel binnenmeren, sloten, riviertjes en kanalen, dunbevolkt. Geen bijzonder landschap, laat staan spectaculair maar wel een aangenaam en vriendelijk landschap. De stadjes en dorpen zijn al evenmin spectaculair of bijzonder maar ook deze zijn aangenaam. Onderweg een uitspanning of gelegenheid voor een Einkehrmoment vinden - als je zoals wij steden consequent mijdt - is een uitdaging, zeg maar rustig onmogelijk. Geen enkele gelegenheid om eens lekker uitgebreid te lunchen, zelfs een koffie of een biertje wordt nergens geschonken.

Kiel heeft een rijke geschiedenis maar is in de oorlog zo grondig verwoest dat er niets meer van oude grandeur te vinden is. Kiel kunt u dan ook rustig overslaan, er is niets te beleven en niets te zien dat echt beklijft. Hoe anders is dat in Lübeck waar de Altstad zich geheel bevindt op een eiland dat wordt omstroomd door de Trave en de Wakenitz. Het is een groot openluchtmuseum, ofschoon ook hier veel werd verwoest in de laatste oorlog. "Eure Städter sind mit Feuer verbrannt", kun je lezen op de klokken van de Gedächtniskirche in Berlijn. Bezienswaardig zijn een buitengewoon merkwaardig Rathaus en een aantal rode bakstenen kerken met koperen torens maar een absoluut hoogtepunt is - zelfs voor een atheïst als ik - de Marienkirche ofwel de Dom van Lübeck, een pronkstuk van baksteengotiek. Maar de stad wordt pas echt fraai en aangenaam als je de moeite neemt de oeverwandeling van het Altstad Insel te lopen en daarna de achterafstraatjes in de Altstadt op te zoeken. Dan blijkt plotseling dat veel van de oude stad toch nog gered kon worden uit de oorlogswaanzin. Lübeck bleek een zeer aangename, fraaie en elegante stad te zijn.


Wat ons verder opviel deze reis: de Duitsers lijken zeer gedisciplineerd in het dragen van mondmaskers maar hebben zoals overal moeite met die anderhalve meter. Een van de herbergiers droeg een indrukwekkend kunststofscherm op zijn hoofd en stond erop dat we eerst een A4 vol met allang bekende Coronavoorschriften lazen en ondertekenden alvorens hij de sleutel wenste te overhandigen waarna we op onze kamer aangekomen vaststelden dat het met de hygiëne daar bepaald niet vlekkeloos gesteld was. Duitsers roken veel en graag, zo leek ons. En fietsers worden in het verkeer omzichtig en met respect bejegend. Hotel Mercure in Lübeck bestond het zelfs om het schoonmaakregiem terug te brengen naar eens in de drie dagen, onder verwijzing naar de "actuele situatie". Schande natuurlijk, een ordinaire kostenreductie die geen enkele relatie met Corona onderhoudt. En ofschoon ik niet van complottheorieën houd moet ik één uitzondering maken: ik vermoed dat alle hotels wereldwijd door hetzelfde management worden aangestuurd, dat van elke handdoek, hoe dun en sleets door het vele gebruik ook geworden, meent dat die nog wel een seizoen mee kan. Maar het kan ook zijn dat wij gewoon te goedkope hotels bezoeken. En tot slot: het hoofdkussen in Duitse hotels plaatst mij voor een raadsel: zonder enige uitzondering blijken die uit lucht te bestaan, zodra je je hoofd erop neerlaat zak je helemaal door dat kussen heen totdat je als een plank zo recht op je hotelbed ligt. Ik ben geen zeurpiet en doe het er maar mee, maar dat die Duitsers dat zelf allemaal maar pikken is voor mij onbegrijpelijk. 

Wilt u de volledige reportage van deze reis eens zien, klik dan hier.

Geen opmerkingen: