Foto Simon Lenskens
In de Volkskrant van vandaag staat een interessant interview met econoom Paul de Beer en journalist Jelle van der Meer over de gehate erfbelasting. Ook ik behoorde tot diegenen die erfbelasting ervaren als dubbelop: je hebt je hele leven lang over van alles en nog wat belasting betaald, daarmee een meer of minder bescheiden vermogen verzameld en als je dan doodgaat wordt er nog eens een keer belasting over geheven.
Maar de Beer en van der Meer prikken dat verhaal door op een verrassend simpele manier: het is niet de overledene die nog eens extra belast wordt maar juist de ontvangers van 'onverdiend vermogen'. Als we de loterij winnen vinden we het ook een normale zaak dat daarover belasting betaald moet worden, dus waarom is die erfenis dan zo problematisch? Ik persoonlijk vind juist die kwalificatie 'onverdiend vermogen' heel helder. Uit onderzoek blijkt dat onder Nederlandse miljardairs gemiddeld tweederde het vermogen te danken heeft aan erfenissen. En denk in dit verband ook maar eens aan Trump die niet weet hoezeer hij zichzelf op de borst moet kloppen maar ook hij heeft het over door zijn vader verdiend geld.
De Beer en van der Meer wijzen erop dat het idee van een erfbelasting indruist tegen de vrijheid van de erflater en het (liberale) ideaal van een kleine overheid. Maar we moeten ons realiseren dat grote erfenissen vooral binnen de rijkste klassen blijven en daarmee de vermogensongelijkheid alleen maar in stand houden. Bovendien betalen ouderen al de helft van de door jongeren opgebrachte AOW-premies terug in de vorm van erfenissen. Erfbelasting maakt het mogelijk dat iedereen kan profiteren van opgebouwd vermogen.
Ik ben wel om door dit pleidooi voor erfbelasting. Het is goed om af en toe eens opgeschud te worden zodat je de ogen opent voor de werkelijkheid. Ik zal erfbelasting niet langer als diefstal kwalificeren. Per slot ben ik geen vvd-er.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten