zondag 24 februari 2019

Een Tweede Kamer met slechts zes partijen?


Oud-burgemeester van Arnhem, Paul Scholten, heeft een voorstel geformuleerd voor een herstructurering van ons politieke bestel. Onder invloed van tal van krachten is het politieke landschap danig versplinterd hetgeen de coalitievorming na verkiezingen enorm bemoeilijkt. Hoe kun je minder politieke partijen in het parlement realiseren zonder een kiesdrempel in te voeren? Bij een kiesdrempel immers gaan stemmen verloren en dat zou het afkalvende animo om te gaan stemmen alleen maar verder onder druk zetten.

Scholten stelt voor de verkiezingen te spreiden over twee ronden, binnen een maand na elkaar te houden. In de eerste ronde doen alle bestaande partijen mee maar uin de tweede ronde kan er alleen nog maar op de zes grootste partijen worden gestemd. Natuurlijk is dit ook een kiesdrempel maar in ieder geval gaan er geen stemmen verloren.

Het voorstel van Scholten is door de Staatscommissie onder leiding van Remkes afgewezen juist omdat men per se geen kiesdrempel wenst. Groot voordeel van het voorstel van Scholten is dat er inderdaad minder partijen in het parlement komen en dat elke stem telt voor de uiteindelijke zetelverdeling.


Groot risico is wel dat de opkomst bij de tweede ronde weleens schrikbarend laag zou kunnen zijn. De Nederlander is al steeds minder bereid de gang naar de stembus te maken. Kijken we naar de samenstelling van het huidige parlement dan zouden alleen de volgende partijen mee hebben mogen doen aan de tweede ronde: VVD, PVV, CDA, D66, GL en SP. Buiten de boot zouden zijn gevallen PvdA, CU, PvdD, 50+, SGP, DENK en FvD. Daarmee wordt 20% van het electoraat gedwongen in de tweede ronde een stem uit te brengen op een andere dan de voorkeurspartij.

Een andere vraag is hoe de buiten de boot vallers zich als politieke partij kunnen handhaven wanneer zij niet langer een podium hebben. Het is juist de dagelijkse aanwezigheid in het parlement, de zichtbaarheid op het politieke toneel die partijen de kans biedt op electorale winst.


Maar er is ook nog een ander aspect dat niet onbelicht mag blijven. De Partij voor de Dieren is een sterke en structurele politieke kracht geworden die niet uit is op regeringsmacht en daar voorlopig ook niet voldoende massa voor heeft. Maar niemand kan ontkennen dat deze partij een zeer duidelijke en zichtbare rol heeft gespeeld, door als een soort politiek geweten te fungeren. Het is een one issue party maar het gaat wel om een uitgangspunt dat door niet één kiezer wordt afgewezen: dierenwelzijn. De moderne kiezer is daar ontvankelijk gebleken en ondanks haar geringe omvang heeft deze partij misschien wel het meeste succes geboekt van alle partijen in het  dichterbij brengen van haar doelen.

Ik snap het voorstel van Paul Scholten maar ik ben er uiteindelijk geen voorstander van. Want de kiezer die nu zorgt voor versplintering van het politieke landschap zal bij een verkiezing over twee rondes helemaal het gevoel krijgen dat het old boys network de buit onder elkaar verdeelt. Politieke nieuwkomers, die het landschap kunnen opschudden, zullen zich niet meer voordoen en dat betekent per saldo een verarming.

Geen opmerkingen: