dinsdag 24 september 2024

Geo-engineering, op hol geslagen fantasie of misschien toch haalbaar?

 

Er zijn in de afgelopen jaren talloze plannen voor geo-engineering gepubliceerd. Pogingen om de opwarming van de aarde tegen te gaan door grootschalige projecten diep on de het oceaanoppervlak, in onze dampkring of zelfs ver daarbuiten. De meeste wetenschappers wijzen deze megalomane vorm van ingrijpen in onze biotoop af omdat we bij de meeste plannen geen idee hebben van de neveneffecten van zulke ingrepen op ongekende schaal. De nadelen kunnen wel eens veel groter zijn dan de vermeende voordelen.Ik heb mij altijd in het koor van deze waarschuwende wetenschappers gevoegd.


In de NewScientist van september 2024 worden vijf technieken toegelicht en wordt bekeken of er sprake zou kunnen zijn van niet alleen technische haalbaarheid maar ook of er sprake is van een verantwoorde ingreep. De eerste techniek betreft het oprichten van zonneparken in de ruimte die als voordeel hebben dat de energieopbrengst daarvan niet wordt gefrustreerd door onze eigen dampkring. Een zonnescherm van 10 kilometer lengte in een baan om de aarde zou 570 terawatt energie per jaar opbrengen, genoeg om 10 miljard mensen te voorzien van negen maal de energie die we momenteel verbruiken. De energieopbrengst kan met microgolven naar een ontvangststation op aarde worden gebracht. Deze oplossing is inmiddels al voorhanden. Alles wijst erop dat een dergelijke oplossing niet alleen technisch haalbaar is maar ook verantwoord in termen van koolstofemissie en dergelijke.

Een tweede techniek heeft betrekking op energie-eilanden. In Denemarken worden daar al snelle vorderingen mee gemaakt. De meeste potentie lijkt hier te liggen in het produceren van waterstof op zulke energie-eilanden in de oceaan. Elektronen via dure kabels versturen is vijfmaal duurder dan schone brandstof door een pijpleiding. Bovendien kan waterstof ook weer worden gesplitst in ammoniak, vermoedelijk de beste brandstof voor schepen in de toekomst. De schepen kunnen rechtstreeks op zulke eilanden bijtanken. 

Een derde techniek moet gletsjers stabiliseren. Om te voorkomen dat warm oceaanwater onder de gletsjers terecht komt die zodoende tot een snellere smelt leiden, zou men gordijnen on de gletsjers aan moeten brengen waarmee dat proces kan worden vertraagd of gestopt. Dit is echter een techniek die niets oplost en die bovendien tot exorbitante kosten lijkt te leiden.Het is maar zeer de vraag of dit technisch en financieel haalbaar is.

Een vierde techniek heeft betrekking op woestijnen vergroenen. Terugkerende vegetatie zou een enorme bijdrage leveren aan het terugdringen van de koolstofemissie en daarnaast krijgt de watercyclus ter plaatse een enorme impuls. Bovendien kunnen fauna en flora dan weer terugkeren. Deze techniek vraagt echter enorme hoeveelheden zoet water en juist daar is sprake van een groot tekort.


Een vijfde techniek betreft het uit de lucht halen van CO2. De techniek bestaat al maar is zeer kostbaar. Volgens het Internationaal Energie Agentschap moeten we jaarlijks 80 megaton CO2 uit de atmosfeer halen om in 2050 uitstootneutraal te zijn. We hebben op dit moment achttien proefinstallaties die bij elkaar 0,01 megaton CO2 uit de lucht halen. We hebben dus no geen lange weg te gaan. 

Al met al lijkt de eerstgenoemde techniek, het bouwen van energieparken in de ruimte het meeste soelaas te bieden. De techniek is technisch haalbaar, lijkt ook financieel rendabel te kunnen zijn en wat minstens zo belangrijk is, er lijken weinig neveneffecten te zijn die op voorhand tot voorzichtigheid manen.

Geen opmerkingen: