In de Volkskrant van dit weekend een interessant interview met Lee Mordechai, een voormalig officier in het IDF Combat Engineering Corps, momenteel universitair hoofddocent geschiedenis aan de Hebreeuwse Universiteit van Jeruzalem. Ik citeer vrijelijk uit dit interview. Hij schreef een lijvig rapport Bearing Witness – Gaza en daarin reconstrueert hij aan de hand van bijna vierduizend bronnen de Israëlische militaire campagne: van de grote aantallen burgerdoden en de vernietiging van ziekenhuizen en scholen tot de systematische ontmenselijking van Palestijnen in het publieke en politieke discours.
Mordechai vindt dat Israëliërs de manier waarop ze over genocide denken moeten loskoppelen van concentratiekampen en gaskamers. Het Genocideverdrag komt neer op daden en de intentie, zegt hij, en van beide kun je het bestaan vaststellen. Mordechai vindt dat Israëliërs de manier waarop ze over genocide denken moeten loskoppelen van concentratiekampen en gaskamers. Het Genocideverdrag komt neer op daden en de intentie, zegt hij, en van beide kun je het bestaan vaststellen. Bepaalde normen, zoals de bescherming van burgers of het handhaven van het humanitair recht, raken steeds verder uitgehold.
Mordechai sluit zijn relaas af met de volgende verontrustende woorden en ik deel zijn mening volledig. De bakens zijn nu voorgoed verzet, er staat ons nog veel meer tge wachten.
Gaza laat zien wat ons in de toekomst te wachten staat. Vandaag zijn het Palestijnen, morgen zijn het anderen. En misschien zijn dat dan mensen die dicht bij jou of mij staan. Het feit dat Palestijnen vandaag onveilig zijn, betekent dat wij allemaal in de toekomst onveiliger zijn. Want ik kan je uit eigen ervaring zeggen – ik heb het grootste deel van mijn leven in Israël gewoond – die morele verschuivingen worden niet zomaar ongedaan gemaakt.’


Geen opmerkingen:
Een reactie posten