Dat ik je moeder ben, ik kan er niet aan wennen.
Soms denk ik: is het waar of is het waan?
Maar ’t is een feit, ik kan het niet ontkennen
want hoe dan ook, je bent uit mij ontstaan.
Primaten zijn er, ruim tweehonderd soorten
maar geen van alle doen ze kwaad.
Eén uitgezonderd want van al die soorten
ben jij de enige primaatpiraat.
Jij vindt mij wreed of hoe dat ook mag heten.
Wat mij verbaast is dat je niet beseft
dat ik niet zoiets heb als een geweten
en jij mij met jouw wreedheid verre overtreft.
Je hebt je top bereikt van kunnen en van weten.
Je voelt je oppermachtig. Toch ben ik zo vrij
erop te wijzen dat je dít niet moet vergeten:
ik kan goed zonder jou maar jij niet zonder mij.
Jij bent de delinquent hier op míjn aarde.
En ik? Ik ben van jou de moeder-vijandin.
Jij spaart mij niet, zomin ik jou zal sparen.
Wat mij betreft kan jij de boom weer in.
Waarom nog over evolutie praten?
Zijn wij al niet te ver verwijderd van elkaar?
Had ik je maar in je boom gelaten
met een weekje bronst per jaar.
Tom van Ewijk
Uit de bundel Een vrije neus (publicatie in voorbereiding)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten