Wij zitten twee weken in Paasloo, waar ik nog nooit van gehoord had. Onderweg kwamen we door een dorpje dat Witte paarden heette. Ook nooit van gehoord maar we begrepen dat dit gehucht vroeger Achterbuurt heette. Niet gek dus dat de bewoners zich voor een andere naam uitspraken. Wie dat Witte paarden waarom bedacht, we weten het niet. Het was naar verluidt de naam van een herberg, die overigens in 2020 werd gesloopt. Het is wel een prachtige vondst.
Ons eerste bezoek brachten we aan Rottige Meente (ja, van tot de verbeelding sprekende namen hebben ze hier wel kaas gegeten) even ten westen van het dorpje Oldemarkt. Een prachtig gebied dat vroeger werd gebruikt om turf te steken. De gewonnen turf ging vooral naar Amsterdam en het schijnt dat mannen van heinde en verre kwamen om hier te werken. Een blik op de kaart laat al aardig zien hoe dat turf steken in zijn werk ging. Het is nu dan ook een zeer waterrijk gebied waar laagveen oftewel turf werd afgestoken en op de tussenliggende ribben te drogen werd gelegd.
Een werkelijk schitterende wandeling, waarbij we voortdurend ten westen van de N351 van Wolvega naar Scherpenzeel bleven. We zagen een bruine kiekendief en een hoog arendsnest. En veel libellen maar het zouden ook waterjuffers geweest kunnen zijn. We vragen ons vooral af waarom we hier niet eerder zijn geweest

Geen opmerkingen:
Een reactie posten