zaterdag 28 juli 2012

Kunst en de noodzaak van elites


In de NRC van 27 juli staat een zeer interessant vraaggesprek met Johan Simons, sinds enige jaren artistiek leider van de Muenchner Kammerspiele. Gespreksthema is de noodzaak van kunst- en cultuursubsidies. Simons stelt dat kunst onderdeel van de cultuur is, voor een deel wellicht elitair, maar een samenleving vaart nu eenmaal wel bij en kan niet zonder elites.
Op de vraag waarom kunst voor de elites zou moeten worden gesubsidieerd terwijl André Rieu geen cent subsidie ontvangt en avond aan avond volle zalen trekt, antwoordt Simons dat politiek en kunst nu eenmaal voortrekkers in een samenleving zijn. Kunst, zegt hij, is autoritair en gaat niet over democratie en ook niet over meerderheid van stemmen. "Je moet de gelegenheid krijgen als kunstenaar. De gemeenschap betaalt daar aan mee - om een hoogwaardige samenleving te ontwikkelen. Als wij alleen maar André Rieu zouden horen of Rob de Nijs, dan zakt de samenleving in".
In Duitsland is volgens Simons het Bildungsbuergertum nog steeds van kracht. De samenleving kan zich verheffen dankzij kunst en cultuur. Zoals kinderen onderwijs volgen om dingen die ze nog niet kennen te leren, zo neemt kunst die plaats van onderwijs in de wereld der volwassenen over.

Kunst kan zichzelf niet bedruipen, de samenleving zou zich er voortdurend van bewust moeten zijn dat het belangrijk is dat kunst de kans krijgt dingen te ontdekken waar nog niet direct een publiek voor is. Kunstenaars, aldus Simons, moeten mensen meenemen, provoceren, nieuwe ontdekkingen laten doen over het leven of zichzelf.

Volgens Simons is er in ons land een idiote situatie ontstaan doordat kunstenaars of hun organisaties moeten oordelen over subsidies aan hun vakbroeders. Dat leidt tot een in zichzelf gekeerde institutie. In Duitsland is de politiek vel nauwer betrokken bij de subsidietoekenning. Simons vindt het belangrijk dat de politiek zich een mening vormt over kunst, zonder op de stoel van de kunstenaar te gaan zitten. En dat werkt daar wonderwel.

Het zijn in ieder geval interessante gedachten. Stel je voor dat de PVV de grootste partij wordt, dan wordt het hele kunst- en cultuurgebouw afgebroken en wordt Radio 2 verplicht tenminste 35% Nederlandstalige muziek te draaien. En daarmee hebben we het dan wel zo'n beetje gehad. En dat terwijl de huidige situatie al zo dramatisch uitpakt, omdat vooral de culturele infrastructuur keihard wordt aangepakt en afgebroken. Voor de duidelijkheid wil ik overigens wel opmerken dat ik er een voorstander van ben dat een van de subsidievoorwaarden zou moeten zijn dat een subsidieontvanger tenminste 50% van de financiering van haar plannen zelf weet te genereren.

Geen opmerkingen: