woensdag 12 juni 2019

An elephant sitting still


Ik bezocht de laatste film van de Chinese cineast Hu Bo, An elephant sitting still. Diens laatste film omdat hij kort na het voltooien van deze rolprent zelfmoord pleegde. Als de wereld daadwerkelijk in elkaar steekt zoals Hu Bo die ons toonde, dan blijft je ook weinig anders over, vrees ik.


Vier uur lang heb ik zitten kijken naar een paar mensen die op werkelijk geen enkele manier in staat bleken tot een vorm van sociaal verkeer waar enige warmte uit sprak. Waar ouders voorkomen slaan of schoppen ze hun kinderen, ze stelen hun geld, een moeder kan alleen maar gillen tegen haar dochter, nergens ook maar het geringste blijk van genegenheid, zelfs niet in de meest gesublimeerde vorm.


Het kan zijn dat de Chinese samenleving zo in elkaar steekt. Het is niet ondenkbaar dat in een samenleving waar individualisme is uitgebannen een grenzeloos egoïsme de kop opsteekt. Ik kan dat niet beoordelen. Maar vier uur lang kijken naar een film waarin geen enkele hoop meer doorklinkt, dat is een lange zit. De film heeft me wel gefascineerd maar dat kwam vooral door het spel van Peng Yuchang als Wei Bu en Zangh Yu als Yu Cheng.


Wei Bu heeft een rein karakter en lijkt intuïtief de juiste beslissingen te nemen maar hij leidt - net als alle anderen - een beklagenswaardig en uitzichtloos leven. Yu Cheng is een soort Chinese nozem, een rebel without a cause, hij zou door de gebroeders Coen bedacht kunnen zijn. Yu Cheng houdt niet van mensen, zegt hij en voortdurend leef je met de angst dat hij zijn kalmte niet weet te bewaren, dat zijn rust slechts schijn is, zeker wanneer de vrouw op wie hij ondanks alles een oogje heeft hem ronduit zegt niet in hem geïnteresseerd te zijn. Maar Yu Cheng beheerst zich. En in plaats van geweld te gebruiken gooit hij er de zoveelste nihilistische oneliner tegenaan.


Het mooiste shot in de film is het allerlaatste shot maar ik zal hier niets van het plot prijsgeven. Maar ook in dit laatste shot klinkt geen hoop door. Je gelooft dan allang niet meer dat Wei Bu er wél in zou kunnen slagen iets te maken van een leven met bijvoorbeeld het meisje voor wie hij wel iets van warme gevoelens koestert. De wijze opa die door zijn eigen zoon uit zijn eigen huis wordt gezet houdt Wei Bu nog voor dat hij wel naar een andere plaats kan reizen maar dat dat zinloos is. Het leven daar is hetzelfde als het leven hier. "Ga niet weg, kijk maar of je er hier iets van kunt maken".


Ik kan u deze film nauwelijks aanraden en toch ben ik blij dat ik hem gezien heb. Als Paul Celan over der Meister aus Deutschland dicht of als Dante schrijft: Laat varen alle hoop, gij die hier binnentreedt, zo laat Hu Bo ons vier uur lang naar volstrekte hopeloosheid en troosteloosheid kijken. En de filmmuziek is al even onthutsend deprimerend. Er wordt veel van u gevraagd als u deze film gaat zien!


Geen opmerkingen: