dinsdag 28 juli 2020

Over groepsdwang en beschavingsmoraal


Wat zondagavond niet lukte haalden we gisteravond in: we bekeken de aflevering van Zomergasten met strafrechtadvocate Inez Weski.In enkele zuinige commentaren was er vooral kritiek op presentatrice Jeanine Abbing. Zij zou te veel op zoek zijn geweest naar persoonlijke ontboezemingen waar Weski al meteen had aangekondigd niets over haar privéleven prijs te zullen geven. Ergens in het gesprek, toen Weski weer eens een logische vraag naar iets meer achtergrond ontweek, merkte Abbing terecht op dat zij toch geen boulevardprogramma maakte en dat iets meer persoonlijke informatie soms toch heel verhelderend en to the point kon zijn. Maar Weski gaf geen krimp. Kortom, ik vond de kritiek op Abbing onterecht. Zij is een uitstekend interviewster die niet bepaald wordt gehinderd door impertinente nieuwsgierigheid naar andermans privéleven.


Maar de avond ging natuurlijk over strafrechtadvocate Inez Weski en die was wat mij betreft zeer interessant, meer door hetgeen Weski te berde bracht dan door de fragmenten die ze liet zien (ik heb niks met Marvel films) De rode draad die ik erin zag was er een van groepsdwang versus beschavingsmoraal. Mensen kunnen als lid van een groep zich laten verleiden tot minder fraai gedrag maar - en ze liet dat zien aan de hand van een vijfjarig jongetje - je kunt je daar ook aan onttrekken. En de tweede component was de absolute noodzaak van een rule of law. Een gecodificeerde set van afspraken en regels voor het toepassen van recht(spraak) De prijs die we betalen voor een deugdelijke rule of law is dat een onschuldige, als het goed is, wordt vrijgesproken maar ook dat een schuldige desondanks kan worden vrijgesproken, wanneer strikte toepassing van de rule of law dat vereist, oplegt. Aldus Inez Weski.


Zo'n rule of law is ook uiterst belangrijk, betoogde zij, om overheden te beteugelen die nogal eens aan de haal gaan met wetgeving en daaruit voortvloeiende rechtsregels die niet bepaald het belang van de burger dienen. Abbing meende wel erg veel scepsis voor de overheid bij Weski aan te treffen en vroeg haar of de 'presumption of innocence' niet ook voor de overheid gold. Dat is een interessant thema natuurlijk dat echter niet verder werd uitgewerkt. Terwijl daar nog wel een boom over op te zetten valt. Ikzelf zou daarover gezegd hebben dat een van de essenties van de democratische rechtstaat nu juist is dat de overheid onder alle omstandigheden met scepsis tegemoet getreden moet worden. Wij hebben het landsbestuur gedelegeerd aan hen die ons vertegenwoordigen en hebben onszelf daarmee op grote afstand van het centrum van de macht geplaatst. Een overheid die een kritische beoordeling niet verdraagt verdient niet de steun van de burger die zij verondersteld wordt te vertegenwoordigen.


Hoewel ik het standpunt van Weski over haar privéleven goed begrijp, zaten er ook wel wat nadelen aan, juist omdat ze de bescherming van haar privacy in een wel heel wijde boog om zichzelf had gelegd. Zo weigerde ze beslist in te gaan op welke zaken zij wel en welke zaken zij niet wilde vertegenwoordigen als strafrechtadvocate en juist dat vind ik nu een bijzonder interessant thema. Momenteel verdedigt zij de Marokkaanse drugscrimineel (althans daarvan verdacht) Ridouan Taghi. Ik erken dat ook hij recht heeft op een eerlijk proces. Stel je voor, als niet iedereen een eerlijk proces krijgt is er geen recht maar heerst de willekeur. Maar ik zou niet geschikt zijn als strafrechtadvocaat omdat mijn rechtsgevoel me zegt dat deze Taghi, als hij schuldig wordt bevonden, maar beter heel erg lang uit de samenleving verwijderd kan worden.

Tegelijkertijd heeft Weski natuurlijk wel gelijk: als de rule of law zegt dat de verkregen telefoontaps onrechtmatig verkregen werden en de rechter tot het oordeel moet komen dat de daaruit gepeurde informatie niet in het proces gebruikt mag worden, dan kan dat ertoe leiden dat Taghi bij gebrek aan bewijs moet worden vrijgesproken. Ik begrijp dat en erken de logica maar je rechtsgevoel maakt het wel heel erg moeilijk die prijs voor onze beschavingsmoraal te betalen.

Kortom, een uiterst leerzame en interessante uitzending dit keer van een programma dat al sinds 1988 jaarlijks in de zomermaanden wordt uitgezonden. Wisselend van kwaliteit natuurlijk, dat is onvermijdelijk. Maar wat mij betreft met deze Jeanine Abbing als een uitstekend interviewer.

Geen opmerkingen: