woensdag 15 juli 2020

Harlingen




Harlingen. Dat was vroeger een gevleugeld woord. Het was de poort naar waddeneilanden, naar dromerijen, naar je fantasie. Aan Harlingen zelf besteedde je geen aandacht. Harlingen vond haar bestaansgrond in haar ligging aan de Waddenzee, met een haven, waar de Friesland aanmeerde en weer vertrok. Naar Terschelling of Vlieland.



Hoe merkwaardig is het niet dat ik zeventig moest worden om eindelijk ook eens het stadje zelf te bezoeken. En wat een verrassing. Harlingen lijkt wel één grote haven, heeft prachtige grachten en de winkelstraat is een van de mooiste van ons land, weliswaar met net als overal dezelfde winkels maar wel breed met aan beide zijden bomen.


En wie oog heeft voor detail ziet talloze verwijzingen naar het verleden. Gevelstenen, daklijsten, deurversieringen, pakhuizen, kerken. Maar het zijn vooral de talloze grachten- en steeghuisjes die Harlingen zo fraai maken. En de stad heeft ook zijn best gedaan het oude karakter te bewaren en veilig te stellen voor een verdere toekomst. Er waren nauwelijks plekken te vinden die op verwaarlozing duidden, integendeel. Harlingen is meer dan de moeite waard. Alleen al vanwege de haven. De walvisfontein lag er beroerd bij, dat dan weer wel, die leek een vroege dood gestorven te zijn. Maar voor het overige was ons bezoek aan deze stad aan het wad een feest. Het weer deed er niet toe.



Geen opmerkingen: