donderdag 16 juli 2020

Koehool


Iets ten oosten van Harlingen, boven Tzummarum ligt direct onder de waddendijk, die ter plaatse Sedyk heet, het gehucht Koehool. Dit is het land waar Abe Gerlsma zo graag schilderde. Wij hebben een schilderij van hem dat Onder Koehool is getiteld en precies de luchten weergeeft die wij hier vandaag aantroffen. Zij het dat het op het doek van de schilder nog woester en ongenaakbaarder was.


Sinds we dat schilderij aankochten, nu alweer zo'n 15 jaar geleden, slaan we, als we in Friesland zijn, Koehool nooit over. Het blijft iedere keer weer fascinerend om de waddendijk op te klimmen in de wetenschap dat je daarboven opeens een compleet andere wereld betreedt. "Thalassa, Thalassa!"  riepen de manschappen van Xenofon wanneer ze na eindeloze dagmarsen opeens de zee zagen. Ook nu weer, plotseling kijken we in een eindeloze vlakte, aan de onderzijde begrensd door de dijk, dan de slikken van het wad, daarboven het blauwgrijs van de Waddenzee en aan de horizon, scherp in het prachtige licht dat zo kenmerkend is voor dat grensgebied waar het land overgaat in zee, de contouren van Terschelling. En daarboven? Die eindeloze wolkenpracht en dan is het kader helemaal vol. Er kan ook niets meer bij. Het beeld lijkt leeg, slechts water en lucht en toch blijf je eindeloos kijken. Havens en zeegezichten, ze vervelen nooit.


We draaien ons om en zien de dreigende lucht, die langzaam naar het oosten trekt en op verschillende plaatsen het overtollig water loost. We kijken kilometers ver, hele stroken zijn nog zonbeschenen,  de koeien voelen zich nog behaaglijk en daarachter zet de donkere lucht ons hele paneel in een schitterend decor. Komen we droog thuis, is de grote vraag. Het geluk was met ons, we reden achter de buiengordel aan. Friesland is prachtig, niet alleen als de zon schijnt!


Geen opmerkingen: