Dit is het land van Slauerhoff - "alleen in mijn gedichten kan ik wonen". De laatste ijstijd wierp in de noordelijke Nederlanden een wal van morene op die zo'n beetje van Texel (De Hoge Berg) over Oudemirdum in Friesland liep. Hier aan de Gaasterlandkust zijn op drie plaatsen nog van die steenophopingen te vinden. Ze noemen dat hier een klif: de Oudemirdumer klif, 't Mirnserklif en de Rode klif, even voorbij het pittoreske haventje van Laaxum. Die laatste klif is tevens de hoogste, circa tien meter boven NAP. De benaming klif is wat grotesk, meer dan een kleine welving in het landschap is het eigenlijk niet. Maar ze spreken wel tot de verbeelding. De Oudemirdumer klif biedt uitzicht op de imposante windmolens aan de noordkust van de Noord Oost Polder, Bij de Rode klif waan je je aan een grote zee en als je boven op deze verheffing uit het land staande naar links kijkt zie je een grote dalendglooiende groene weide die uitmondt in een bescheiden kustlijn.
De koude noordenwind is gaan liggen vandaag, een bleke zon doet zijn best, de lucht boven het water is heiig, in de verte een eenzame zeiler die zich alleen op de wereld moet wanen. Er is nauwelijks wind en het is stil, de luchten zijn hoog en van de vogels, de horizonten als altijd hier, ver weg.
Een reiger landt op de korte pier van het haventje van Laaxum. Aangetrokken door een dode en aangebeten vis die aan de waterrand half in het water dobbert, half op een dode steen liggen blijft. De reiger vertrouwt het niet, ruikt aan de vis en besluit dat hier geen smakelijk hapje op hem ligt te wachten. Indrukwekkend is zijn vleugelslag als hij teleurgesteld wegvliegt, de staartveren gespreid, de vleugelveren zo groot mogelijk gemaakt om hem maximaal liftkracht te geven. Op zulke momenten ervaar je de onvoorstelbare kracht van een gestage evolutie. Is Friesland niet de mooiste provincie van ons land?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten