Lezend in Het menselijke kwaad van Klaas Rozemond word ik weer eens geconfronteerd met het verhaal van Kaïn, u weet wel, de oudste zoon van Adam en Eva die zijn broer Abel doodt omdat het offer van Abel wél en het offer van Kaïn niét door God werd aanvaard. Jaloezie was het motief voor de eerste moord door de geschapen mens. Dit verhaal, dat natuurlijk begint met de zondeval door Eva, die Adam vervolgens meesleurt in haar onheil, wordt zoals u weet verteld in Genesis, het eerste bijbelboek.
Maar er zitten nogal wat haken en ogen aan dat verhaal. Noemt het dichterlijke vrijheid. Maar als de discrepanties te groot worden blijft er teveel over dat nog verklaard moet worden. Daardoor komt het hele principe van een schepping op drijfzand te rusten. Nu hebben mensen met een minimum aan verstand allang begrepen dat er van een schepping nooit sprake is geweest maar er zijn nog hele volksstammen die er heilig in geloven.
Na het doden van zijn broer verlaat Kaïn het ouderlijk huis en verwekt hij bij zijn vrouw een zoon, Henoch. En hij sticht een stad die hij naar zijn zoon noemt. En god geeft hem het wat wij nu een Kaïnsteken noemen waardoor niemand hem omwille van zijn wandaad zal doden.
Maar als Adam en Eva de eerste mensen waren, die twee zonen op de wereld zetten, waar kwam dan die echtgenote voor Kaïn vandaan? En als Kaïn zijn ouders verlaat om eindelijk eens op zichzelf te gaan wonen of uit schaamte voor zijn broedermoord, waarom zou hij in vredesnaam een stad stichten? Voor wie? Waar kwamen die stadsbewoners opeens vandaan? En waar kwamen opeens al die mensen vandaan die de dood van Abel zouden willen wreken? En hoe zag dat Kaïnsteken er eigenlijk uit? Ik lees op verschillende plaatsen dat het om doorlopende wenkbrauwen zou gaan!
U ziet, hersenkrakers te over. De schrijvers van het boek Genesis maakten zich daar geen zorgen over en vonden dit soort spitsvondigheden kennelijk alleen maar lastig. Ik heb er dat boek Genesis nog eens op nagelezen (ja, deze atheïst beschikt inderdaad over een bijbel), vijftig hoofdstukken in iets meer dan veertig pagina's, maar werd niets wijzer. Genesis beperkt zich in 4:17 tot de volgende tekst: "En Kaïn bekende zijne huisvrouw (de schrijvers vonden het niet nodig haar een naam te geven) , en zij werd bevrucht en baarde Henoch; en hij bouwde eene stad, en noemde den naam dier stad naar den naam zijns zoons Henoch". Vervolgens wordt er stevig op los gebaard en al snel doet in 4:19 de veelwijverij zijn intrede. Een zwaar beroep op intellect wordt er niet gedaan in dit eerste bijbelboek. Verbeeldingsvermogen, daar draait het om.
U begrijpt natuurlijk wel dat het knap lastig was voor Kaïn aan te voelen dat zijn broedermoord moreel onbetamelijk was. Er was immers nog helemaal geen gemeenschap die een moraal had kunnen ontwikkelen. Toch vreest Kaïn gedood te zullen worden door medeburgers. Maar die waren er nog helemaal niet! Ook waarom god hem het Kaïnsteken geeft waardoor hij niet gedood zal worden door zijn naasten (die er, ik herhaal het nog maar eens, nog helemaal niet waren) blijft zonder ook maar de geringste toelichting.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten