Sinds jaar en dag ben ik een groot bewonderaar van Jeroen Brouwers. Ik verdacht mezelf er soms van hem kritiekloos te bewonderen als ik me er weer eens op betrapte ook van zijn nieuwste boek mateloos te genieten. Maar kritiekloos ben ik niet. Sommige romans zijn wat mij betreft minder geslaagd, zoals bijvoorbeeld Datumloze dagen en Bittere bloemen. Maar zelfs dan bleef er nog zoveel over om je over te verheugen. Als stilist is Brouwers onovertroffen, geen enkele schrijver kan ook maar aan hem tippen. Tom Lanoye roemt hem als de man die taalkathedralen bouwde en dat is treffend beschreven. Zijn laatste roman Client E. Busken is daadwerkelijk zo'n taalkathedraal met onnavolgbare taalvondsten en die schitterende afwisseling van diepe tragiek met hilarische momenten.
Al vanaf zijn zestigste kondigde Brouwers telkens aan dat hij wel spoedig het loodje zou leggen, dat dit toch zijn laatste boek zou zijn, hij had weinig vertrouwen in een lang leven maar perste er toch maar mooi 82 jaar uit. Gelukkig maar want hij heeft een literair oeuvre van jewelste achtergelaten. Zelf genoot ik misschien wel het meest van zijn polemieken, een genre waarin hij echt op eenzame hoogte acteerde. Zijn laatste romans Hout en Client E. Busken behoren voorgoed tot mijn persoonlijke canon, ik zal ze nooit vergeten en blijven lezen. Maar zijn magnum opus is wellicht De laatste deur, een tweedelige uitgave over schrijvers die in het Nederlands schreven of dichtten en op enig moment besloten uit het leven te stappen. Een zeldzaam indrukwekkende uitgave, getuigend van een grote liefde voor de schrijver of schrijfster die in de Nederlandse taal uitdrukking probeerde te geven aan gevoelens, gedachten, ideeën maar uiteindelijk niet kon wachten tot het lichaam het door slijtage of wat dan ook af liet weten. Succesvol als schrijver of juist niet. Door al die schrijvers die op enig moment geen andere weg meer voor zich zagen dan die van de zelfmoord (en Brouwers zou geen Brouwers heten als hij allerlei eufemismen voor de zelfgekozen dood niet tout court afwees. Hij gruwde van een term als 'zelfdoding' en beargumenteerde in heldere taal waarom alleen het begrip 'zelfmoord' een correcte weergave van de hand aan zichzelf slaan kon zijn.) op te nemen in dit unieke standaardwerk bewees hij hen de eer die ze verdienden. De laatste deur is niets anders dan een daad van barmhartigheid.
Ik herhaal het nog maar eens: Jeroen Brouwers was de laatste grote schrijver in de Nederlandse taal. Het is leeg nu hij er niet meer is. Ik kan me niet meer verheugen op toch nog weer een nieuwe Brouwers. En ik zie ook geen schrijftalent dat in de buurt komt van deze taalgeweldenaar. Ja, er zijn gelukkig wel degelijk schrijvers die de taal voortreffelijk beheersen en die zich ook als uitstekend stilist hebben laten zien. Ik denk dan vooral aan Benno Barnard en Mathijs Deen. Maar van Brouwers neem ik met een diepe buiging afscheid. Dank, voor zoveel onvergetelijke boeken, voor al dat grenzeloze leesplezier. In 2014 maakte Stephan Vanfleteren een aantal prachtige foto's van Jeroen Brouwers. Vooral de foto en face waarop we de schrijver van links af in het gelaat kijken is voor mij iconisch. De borstelige wenkbrauwen, die blik in de ogen die niet meer naar ons is gericht maar naar ergens in de verte. Een werkelijk schitterende foto die ik hier niet kan laten zien. Maar u vindt hem zo als u er even naar zoekt.
In memoriam Jeroen Brouwers. Ik begin gewoon weer van voren af aan. Ik heb vrijwel al zijn boeken in mijn bibliotheek staan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten