dinsdag 22 november 2022

Antisemitisme is van alle tijden, ook van vandaag

 

Onlangs las ik Florian Illies in diens Liefde in tijden van haat dat Alma Mahler niet alleen in de ban raakte van Hitler maar ook diens antisemitisme overnam. Nu zult u zeggen, het een hoort bij het ander. Dat kan wel zijn maar Alma Mahler trouwde tweemaal met een joodse man: Gustav Mahler en Franz Werfel. Hoe kun je zo'n standpunt innemen als dat op geen enkele manier in overeenstemming met je persoonlijk leven te brengen is?

En bij Uwe Wittstock lees ik in zijn Februari 1933 De winter van de literatuur hoe Thomas Mann bijna achteloos het antisemitisme van de nazi's vergoelijkt:"Voor de revolte tegen het Joodse zou ik tot op zekere hoogte begrip hebben, als het wegvallen van de controle op het Duitse door de Joodse geest voor eerstgenoemde niet zo bedenkelijk was en het Duitse volk niet zo dom zou zijn mijn type daarmee over één kam te scheren en mij ook te verdrijven". Een grammaticaal moeilijke zin maar evident even egoïstisch als antisemitisch. Maar alsof dat alles bij elkaar nog niet erg genoeg was: Thomas Mann was met een joodse getrouwd!


Dat antisemitisme blijft een fenomeen waarover je maar niet uitgepiekerd raakt. Het is van alle tijden, ook van vandaag. Laten we Alma Mahler maar even als een hysterica beschouwen, maar hoe was het mogelijk dat Thomas Mann, die grote Europeaan, zoiets kon schrijven? Diens achteloze antisemitisme, waar hij later wel afstand van nam, lijkt veel op dat van Sándor Márai die in zijn Bekentenissen van een burger schreef: “Ook ikzelf vond het onrechtvaardig en ongepast, dat onze bovenburen, die, hoe je ook over hen dacht, slechts joden waren, welvarender waren en op grotere voet leefden dan mensen als wij”, treurt de ik in deze roman. En verderop neemt hij waar dat als men een jodengezin accepteerde, zulks geschiedde “op de wijze waarop men een onderworpen negerstam aanvaardt.”


Geen opmerkingen: