Je komt in een vergaderzaal van de universiteit en ziet er een schilderij hangen. Het bevalt je niet, misschien omdat de maker je niet aanstaat, misschien omdat je het geen knap geschilderd doek vindt, misschien omdat het associaties bij je oproept die je niet prettig vindt. Je vraagt je niet af waarom men ooit eens juist voor dit schilderij koos maar maakt je wrevel kenbaar bij de universiteit. Tja, kan gebeuren. Dat je kennelijk zo gevoelig bent dat je het liefste zou zien dat dit schilderij zou worden verwijderd is een teken aan de wand. Dan heb je van de essentie van kunst in ieder geval niets begrepen.
Maar wat me vooral ergert is de onverdraagzaamheid van de klaagster. Afgelopen dinsdag verstuurde een Leidse promovenda in de politicologie een tweet waarin zij zich afvroeg welk signaal het schilderij uitstraalde en opmerkte dat een ironische of zelfkritische noot ernaast niet zou misstaan. Daarop reageerde de hoogleraar criminologie Joanne van der Leun: "Ik heb het grootste deel van mijn carrière in de academische wereld doorgebracht in kamers met mannen en schilderijen van mannen. Bovendien heb ik een hekel aan de rook, ook al is het maar geschilderd."
Schilderij wordt weggehaald, dames enthousiast. Wat een onzin. En dat is dan ook meteen mijn allergrootste ergernis: dat iemand beslist dat het schilderij dus dan maar moet worden verwijderd. Een affront aan de maker van het schilderij, Rein Dool. Een affront aan de kunst. En een walgelijke knieval voor woke vigilantisme.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten