Westerbork was ons reisdoel dit keer. We bezochten er de radiosterrenwacht met de mysterieuze schotelantennes die het zwerk afspeuren en hun bijdrage leveren aan het invullen van de kosmische topografie. Even stil als indrukwekkend richten de schotels zich naar de hemel om signalen uit verten op te vangen. Langzaam maar zeker krijgen we een steeds nauwkeuriger gevoel voor wat ons omringt. Niet dat we er veel mee kunnen, behalve dan dat we hopelijk ooit allemáál begrijpen dat een god van de gaten ons niets brengt.
En in die onmetelijke kosmos heeft zich nog niet eens zo lang geleden een onmetelijk drama afgespeeld. Een trauma dat we nog steeds niet ten volle kunnen doorgronden of begrijpen. Westerbork is maar een heel klein littekentje van dat drama maar in al zijn onbeduidendheid toch telkens weer indrukwekkend. Twee lange lanen die in elkaars verlengde liggen brengen je uiteindelijk bij het museum Westerbork, wat mij betreft het minst interessante onderdeel van deze gedenkplaats. Niettemin, goed voor met name scholen en wie er verder ook maar nieuwsgierig is naar wat er zich bijna driekwart eeuw geleden afspeelde.
De eerste laan voert langs de radiosterrenwacht, dwars door grote lupinevelden. Het paars overheerst en op een of andere manier bieden al die eindeloze lupines troost. Op ieder veld kan iets moois groeien. Om de zoveel meter een herinnering, een vingerwijzing, een uit Cortenstaal opgetrokken audiozuil met anekdotes en cijfers. Dat was ook het meest indrukwekkende in het museum: filmbeelden waarbij telkens alleen namen en leeftijden werden opgenoemd. Geen sterker beeld van de zinloosheid door uit een eindeloze reeks namen en leeftijden van slachtoffers te horen noemen, tenminste in die afschuwelijke reeks nog aan de vergetelheid ontrukt.
Maar de meeste indruk maakte de tweede laan waar om de circa vijfentwintig meter in totaal 93 palen met opschrift zijn opgericht. Iedere paal vertegenwoordigt een van drieënnegentig data waarop een trein met circa duizend (voornamelijk) joden en zigeuners naar (meestal) Auschwitz of een van de andere vernietigingskampen werden afgevoerd. Honderdzevenduizend slachtoffers in drieënnegentig treintransporten, slechts vijfduizend bewoners van het kamp keerden ooit huiswaarts.
En tussen de bedrijven door bezochten we niet voor het eerst de beeldentuin in Gees. Dit keer viel vooral de tuin op, een werkelijk schitterend park dat heel veel ruimte aan de beelden biedt die er ter verkoop worden geëxposeerd. Er schijnt een nieuwe eigenaar van de beeldentuin te zijn en het lijkt erop alsof het beeld dat zich met moeite prijsgeeft langzaam maar zeker aan het verdwijnen is. Veel verbeelding dicht bij huis of de onmiddellijke verbeelding, leidend tot titels als Ontmoeting, Ontmoeting 2, Ontmoeting 3 enzovoorts. Wij houden er niet zo van maar het verkoopt kennelijk beter. Niettemin, een aanrader als u in de buurt bent, deze tuin, ze is werkelijk schitterend en heeft altijd wel iets fraais en onverwachts te bieden.
Tot slot konden we ook dit keer de Galerie van Strien in Nieuw Amsterdam niet overslaan. Ook hier moet u beslist eens gaan kijken, zeker als u van figuratieve kunst houdt. Het echtpaar van Strien heeft een uitstekende smaak en ook dit keer gingen we er niet met lege handen vandaan. Wederom een glaswerk van Bernard Heesen en een schitterende potloodtekening van Peter Durieux. Over van Heesen sprak ik hier al eerder, wij zijn langzaam aan verzamelaars geworden. Maar ook deze Peter Durieux is verbluffend. Kijk eens naar zijn acrylschilderijen, de kleine bijna allemaal op paneel, de grotere op linnen. Durieux schildert of tekent nooit mensen maar de mens is altijd aanwezig in zijn tekeningen en schilderijen. Als bouwer of bewoner van een huis, als eigenaar van boot of sloep, als iemand die beschutting zoekt achter een muur of een trap beklimt om een doel te bereiken. Werkelijk waanzinnig en inderdaad verbluffend is het gras van Durieux. Elk sprietje staat voor een penseelstreek en op zijn schilderijen en tekeningen komen heel veel grassprietjes voor, niet honderden maar duizenden. En zijn groen is van een ongekende schoonheid.
De potloodtekening die wij kochten heet Muur op Le Coulet, een gehucht ergens in de Ardeche. De warmte straalt van de tekening af, ook al werkte Durieux hier slechts met een grijs potlood. Daar gaan wij nog heel erg lang plezier aan beleven.
Kortom, het is een genot in Drenthe te verblijven, wij keren er zeker weer terug.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten