De huidige dichter des vaderlands, Lieke Marsman (1990), ernstig ziek maar nog steeds zeer strijdbaar en actief, was te gast in een van de al decennialang beste televisieprogramma's van de Nederlandse omroepen: Zomergasten. U kent ongetwijfeld het format: een interviewer stelt een gast drie uur lang in staat haar of zijn verhaal te vertellen aan de hand van door de gast uitgekozen televisie- of filmfragmenten. Voor de zesde achtereenvolgende keer wordt het programma gepresenteerd door Jeanine Abbring en wat mij betreft gaat ze dat de komende zes jaar ook nog doen. Abbring is in mijn ogen met afstand de beste presentator van dit altoos boeiende programma.
Lieke Marsman dus, grappig dat deze dichter des vaderlands dezelfde naam draagt als een illustere voorganger, Hendrik Marsman (1899 - 1940), hij overleed toen het schip waarop hij reisde in de Golf van Biskaje verging na een explosie. Onopgehelderd bleef de feitelijke oorzaak van deze scheepsramp. Herinnering aan Holland is zijn bekendste gedicht dat als volgt begint:
Denkend aan Holland,
zie ik breede rivieren
traag door oneindig
laagland gaan.
Ik ben geen diehard poëzieliefhebber, daarvoor is de taal der dichters voor mij vaak te ondoorgrondelijk. Ook de gedichten van Lieke Marsman openen zich niet meteen voor mij hoewel ik denk dat ik ze uiteindelijk wel begrijp. Een van de meer indringende beelden die we kregen te zien waren van de Roemeense dichter Hertha Müller die vertelde hoe zij door de Securitate werd gemangeld en bedreigd. Dagelijks moest ze de steeds langer durende toespraken van Ceaucescu aanhoren. Ze sprak van 'monstertaal'. Marsman trok de lijn door nar het hier en nu en liet zien hoe ook wij geteisterd worden door een overheid die alleen nog maar 'monstertaal' lijkt te kunnen spreken, zelf noemde ze dat 'vertraagtaal', heel passend.
Het werd opnieuw een boeiende televisieavond waarin een mooie, jonge, zieke en desondanks strijdbare Marsman zich ging verdiepen in religie en vooral ook in de vraag of er leven na de dood zou zijn. Voor mij is dat glad ijs, een onbegaanbare piste. Voor Abbring ook volgens mij, zij stelde op zeker moment de zeer terechte vraag: "Is valse hoop ook hoop?"
Geen opmerkingen:
Een reactie posten