zaterdag 22 februari 2014

Realpolitik en ethiek


Remco Breuker is historicus en hoogleraar Koreastudies in Leiden, iemand die ik serieus neem al was het maar omdat hij nu eenmaal heel erg veel kennis over het oude en moderne Korea heeft. In de NRC van 21 februari houdt hij een opmerkelijk pleidooi. Aanleiding voor zijn pleidooi is het recente rapport va de VN over de nazi-praktijken van het regime. De berichten daarover zijn niet nieuw, ik schreef er hier ook al eerder over. Terecht merkt Breuker op dat we er gevoeglijk van uit mogen gaan dat de werkelijkheid nog gruwelijker zal blijken te zijn dan nu in het VN-rapport wordt gedocumenteerd.

Maar dat VN-rapport leidt op zijn best tot wereldwijde morele verontwaardiging, zonder dat er in Noord-Korea ook maar iets verandert. De enige manier om de hoop te kunnen blijven koesteren dat ooit ook in Noord-Korera de zon kan schijnen, aldus Breuker, is participeren in de lokale economie. Het geld dat daarmee in Noord-Korea zal worden verdiend, verdwijnt voornamelijk in de zakken van de elite, hetgeen ook precies de bedoeling is.

De Noord-Koreaanse elite wordt immers vooral gedreven door financieel gewin, aldus Breuker. Alleen langs die weg kan in Pyongyang ooit het besef doordringen dat de concentratiekampen en strafkampen onzinnig zijn, ze kosten alleen maar geld, terwijl het veel winstgevender is om de gevangen deel te laten nemen aan het economisch verkeer.
Breuker erkent dat het in eerste instantie pervers mag klinken om buitenlandse investeerders toe te laten opdat de elite daarvan profiteert maar zijn redenatie lijkt wel degelijk hout te snijden. Gezien de mensenrechtensituatie in Noord-Korea maken internationale sancties het onmogelijk nieuwe buitenlandse investeerders toe te laten. Die situatie zou kunnen verbeteren door verbeteringen op het vlak van mensenrechten (lees het op termijn opheffen van de strafkampen) te belonen met verlichten van de sancties zodat buitenlandse investeerders meer vaste voet aan de grond en dus invloed kunnen krijgen. Breuker stelt de morele ambiguïteit wel op de koop toe te willen nemen. Het gaat immers om het eindresultaat.

Het probleem is - en Breuker erkent dat volmondig - dat er eigenlijk niet één strategie is te bedenken die op aanvaardbare termijn tot een verbetering van de omstandigheden van het Noord-Koreaanse volk leidt. De beelden van de korte familieherenigingen zijn onthutsend en pijnlijk en tonen bij uitstek het misdadige karakter van het regime. Maar Noord-Korea heeft het tragische lot getroffen binnen de Chinese invloedssfeer te liggen. Volgens mij ligt daar de sleutel tot succes maar Breuker zal onmiddellijk de terechte vraag stellen of we die sleutel dan wel binnen aanvaardbare termijn omgedraaid zien worden. Daar ziet het niet naar uit.
Tegelijkertijd zie ik ook niet direct gebeuren dat het regime bereid zou zijn de strafkampen aantoonbaar te ontmantelen teneinde nieuwe buitenlandse investeerders toe te laten. Ik heb ook niet de indruk dat de Special Economic Zones zoals het Kaesung Industrial Complex nu zo succesrijk zijn dat ze navolging verdienen.

Kortom, ik weet het ook niet. Er is geen uitweg die ook maar in de verste verte aanvaardbaar is voor al die gewone mensen die het meest ellendige leven moeten leiden in strafkampen die zelfs Dante zouden doen huiveren.


Geen opmerkingen: