donderdag 26 februari 2015

De late Rembrandt


Mijn eerste kennismaking met het Rijksmuseum sinds ergens in de jaren tachtig. Het eerste wat me opviel was de omvang van het museum: veel groter dan ik mij herinnerde. Maar wel een schitterend museum dat de vergelijking met the National Gallery in Londen echt en probleemloos kan doorstaan. Het kost allemaal wat maar dat is het dubbel en dwars waard. 

Geheel naar traditioneel Nederlandse aard memoreer ik eerst drie minpuntjes: ontoereikende restaurantfaciliteiten, smerige wc’s en een kwartier in de rij staan voor je je jas weer aan kunt trekken. Nou ’t is nogal wat. En dan heb ik ook nog één wat groter minpunt: de collectie twintigste eeuw, weggestopt op twee zoldervleugels. Die twintigste eeuw komt er maar bekaaid van af ofschoon ik wel verheugd was er Constant aan te treffen. Maar daarnaast ook kunstenaars waar ik nog nooit van gehoord had en een echt misplaatst en veel te groot aandeel voor de Amsterdamse tekenaar Aat Veldhoen. Nee, die twintigste eeuw wordt wel heel erg stiefmoederlijk behandeld in het Rijsmuseum.

Maar meer negativiteit zul je van mij niet horen want de rest van het museum is van een zeldzame kwaliteit, de majesteitelijke opstelling van de Nachtwacht voorop natuurlijk. We hebben er vier uur rondgelopen en lang niet alles gezien. Nu moet ik zeggen dat ik de hele achttiende eeuw kunsthistorisch gezien nauwelijks interessant vind maar de overige stijlperiodes bieden wel ontzaglijk veel fraais en gedenkwaardigs.

De late Rembrandt: ongelooflijk wat een drukte, de eerste twee zalen waren nauwelijks door te komen maar zodra je met jezelf afspreekt dat het nu eenmaal is zoals het is, hoef je je er ook niet meer aan te storen. Zoals je je ook niet hoeft te storen aan al die mensen die van elk schilderij met hun smart fone een fotootje willen maken, zij vinden vijfentwintig Euro voor een prachtige catalogus nu eenmaal te duur. En zoals je je ook niet hoeft te storen aan mensen die in die drukte met buggy’s en kinderen van twee of drie jaar oud het museum komen bezoeken. Je kunt niet vroeg genoeg beginnen met kunstonderwijs, zullen we maar denken. Het is mij overigens nooit gelukt mijn kinderen echt belangstelling voor beeldende kunst bij te brengen. En zó vroeg was ik er nou ook weer niet bij met hen.



Ik pakte een handig klein boekje met alle teksten die ook naast de schilderijen hingen, zodat ik die kon lezen voor of nadat ik het bewuste schilderij had bekeken. Toegegeven, ik stoorde me af en toe wel aan al die mensen die vlak voor het schilderij staande, uitvoerig de tijd namen om die teksten te lezen en dus geen enkele aandacht voor het schilderij zelf meer hadden maar ondertussen mij wel in de weg stonden. Een oefening in geduld.

En dan sta je opeens oog in oog met het werk van Rembrandt en bij het eerste het beste schilderij zie je al over welk een ongekend meesterschap deze schilder beschikte. Zijn zelfportretten zijn ongeëvenaard en wonderschoon. Die man kende zichzelf maar beschikte ook nog eens over het vermogen die zelfkennis mee te delen door naar het leven te schilderen wat op zijn netvlies stond, wat in zijn hoofd speelde, wat zijn hart voelde.



De zelfmoord van Lucretia, Het Joodse bruidje, De Staalmeesters en het Familieportret, wat een schitterende voorstellingen. Of het Portret van Jan Six! Zo ongelooflijk los geschilderd, bijna modern. Of de Lezende oude vrouw, of Titus aan de lezenaar: hun handen en boeken lijken zo uit het schilderij naar buiten te steken. 
Twee keer schilderde Rembrandt De apostel Bartholomeus en met name de tweede versie uit 1661 is van zo een ongelooflijke zeggingskracht – de berusting en de overgave van een oude man – zo ontroerend mooi! 



Maar voor mij was het absolute hoogtepunt toch wel De samenzwering van Claudius Civilis: het tafereel wordt van onder af benaderd en op de tafel waaraan de bentgenoten plaats hebben genomen staat een niet zichtbare lichtbron die een waanzinnig fraai schijnsel op vooral eenoog Claudius Civilus werpt. Een schilderij waar je eindeloos naar kunt blijven kijken. Het mogen dan vaak bijbelse voorstellingen zijn, in feite schildert Rembrandt mensen van vlees en bloed en vooral hun emoties.



Zelden een schilder gezien die zo beeldend en treffend de essentie van het mens-zijn kan schilderen. Rembrandt is de schilder van het licht, de schemer en de duisternis. Hij is in staat met zichtbaar krachtige en doel treffende hand te schilderen wat tot de kern van de mens behoort. Geen fijnschilder en toch lijken bijvoorbeeld zijn juwelen ongelooflijk gedetailleerd en trefzeker. Maar bekijk ze dicht op het doek en je ziet hoe hij in staat is met enkele toefjes verf, met flukse penseelbewegingen of paletmes de werkelijkheid op doek vast te leggen.


Afin, ik kom woorden tekort om te beschrijven wat Rembrandt bij je wakker maakt, raakt, deze schilder komt echt aan! En het zal niet voor niets zijn dat ik over hem in de tegenwoordige tijd spreek. Want hij mag dan van vier eeuwen terug zijn, zijn schilderijen zijn van zo’n ongekende levendigheid en waarachtigheid dat het lijkt alsof ze gisteren geschilderd werden. Onvergetelijk mooi en indringend!

Geen opmerkingen: