Mijn
eerste kennismaking met het Rijksmuseum sinds ergens in de jaren tachtig. Het
eerste wat me opviel was de omvang van het museum: veel groter dan ik mij
herinnerde. Maar wel een schitterend museum dat de vergelijking met the
National Gallery in Londen echt en probleemloos kan doorstaan. Het kost
allemaal wat maar dat is het dubbel en dwars waard.
Geheel naar traditioneel
Nederlandse aard memoreer ik eerst drie minpuntjes: ontoereikende
restaurantfaciliteiten, smerige wc’s en een kwartier in de rij staan voor je je
jas weer aan kunt trekken. Nou ’t is nogal wat. En dan heb ik ook nog één wat
groter minpunt: de collectie twintigste eeuw, weggestopt op twee
zoldervleugels. Die twintigste eeuw komt er maar bekaaid van af ofschoon ik wel
verheugd was er Constant aan te treffen. Maar daarnaast ook kunstenaars waar ik
nog nooit van gehoord had en een echt misplaatst en veel te groot aandeel voor
de Amsterdamse tekenaar Aat Veldhoen. Nee, die twintigste eeuw wordt wel heel
erg stiefmoederlijk behandeld in het Rijsmuseum.
Maar
meer negativiteit zul je van mij niet horen want de rest van het museum is van
een zeldzame kwaliteit, de majesteitelijke opstelling van de Nachtwacht voorop
natuurlijk. We hebben er vier uur rondgelopen en lang niet alles gezien. Nu
moet ik zeggen dat ik de hele achttiende eeuw kunsthistorisch gezien nauwelijks
interessant vind maar de overige stijlperiodes bieden wel ontzaglijk veel
fraais en gedenkwaardigs.
De
late Rembrandt: ongelooflijk wat een drukte, de eerste twee zalen waren nauwelijks door te komen maar zodra je met jezelf afspreekt dat het nu eenmaal
is zoals het is, hoef je je er ook niet meer aan te storen. Zoals je je ook
niet hoeft te storen aan al die mensen die van elk schilderij met hun smart
fone een fotootje willen maken, zij vinden vijfentwintig Euro voor een
prachtige catalogus nu eenmaal te duur. En zoals je je ook niet hoeft te storen
aan mensen die in die drukte met buggy’s en kinderen van twee of drie jaar oud
het museum komen bezoeken. Je kunt niet vroeg genoeg beginnen met kunstonderwijs,
zullen we maar denken. Het is mij overigens nooit gelukt mijn kinderen echt
belangstelling voor beeldende kunst bij te brengen. En zó vroeg was ik er nou
ook weer niet bij met hen.
Ik
pakte een handig klein boekje met alle teksten die ook naast de schilderijen
hingen, zodat ik die kon lezen voor of nadat ik het bewuste schilderij had
bekeken. Toegegeven, ik stoorde me af en toe wel aan al die mensen die vlak
voor het schilderij staande, uitvoerig de tijd namen om die teksten te lezen en
dus geen enkele aandacht voor het schilderij zelf meer hadden maar ondertussen
mij wel in de weg stonden. Een oefening in geduld.
En
dan sta je opeens oog in oog met het werk van Rembrandt en bij het eerste het
beste schilderij zie je al over welk een ongekend meesterschap deze schilder
beschikte. Zijn zelfportretten zijn ongeëvenaard en wonderschoon. Die man kende
zichzelf maar beschikte ook nog eens over het vermogen die zelfkennis mee te
delen door naar het leven te schilderen wat op zijn netvlies stond, wat in zijn
hoofd speelde, wat zijn hart voelde.
De
zelfmoord van Lucretia, Het Joodse bruidje, De Staalmeesters en het
Familieportret, wat een schitterende voorstellingen. Of het Portret
van Jan Six! Zo ongelooflijk los geschilderd, bijna modern. Of de Lezende
oude vrouw, of Titus aan de lezenaar: hun handen en boeken lijken zo
uit het schilderij naar buiten te steken.
Twee keer schilderde Rembrandt De
apostel Bartholomeus en met name de tweede versie uit 1661 is van zo een
ongelooflijke zeggingskracht – de berusting en de overgave van een oude man –
zo ontroerend mooi!
Maar voor mij was het absolute hoogtepunt toch wel De
samenzwering van Claudius Civilis: het tafereel wordt van onder af benaderd
en op de tafel waaraan de bentgenoten plaats hebben genomen staat een niet
zichtbare lichtbron die een waanzinnig fraai schijnsel op vooral eenoog
Claudius Civilus werpt. Een schilderij waar je eindeloos naar kunt blijven
kijken. Het mogen dan vaak bijbelse voorstellingen zijn, in feite schildert
Rembrandt mensen van vlees en bloed en vooral hun emoties.
Zelden
een schilder gezien die zo beeldend en treffend de essentie van het mens-zijn
kan schilderen. Rembrandt is de schilder van het licht, de schemer en de
duisternis. Hij is in staat met zichtbaar krachtige en doel treffende hand te
schilderen wat tot de kern van de mens behoort. Geen fijnschilder en toch
lijken bijvoorbeeld zijn juwelen ongelooflijk gedetailleerd en trefzeker. Maar
bekijk ze dicht op het doek en je ziet hoe hij in staat is met enkele toefjes
verf, met flukse penseelbewegingen of paletmes de werkelijkheid op doek vast te
leggen.
Afin,
ik kom woorden tekort om te beschrijven wat Rembrandt bij je wakker maakt,
raakt, deze schilder komt echt aan! En het zal niet voor niets zijn dat ik over
hem in de tegenwoordige tijd spreek. Want hij mag dan van vier eeuwen terug
zijn, zijn schilderijen zijn van zo’n ongekende levendigheid en waarachtigheid
dat het lijkt alsof ze gisteren geschilderd werden. Onvergetelijk mooi en
indringend!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten