donderdag 18 juni 2015

Trickle down theorie


De trickle down theorie beweert dat stijging van rijkdom aan de top vanzelf doordruppelt naar de onderste lagen van de samenleving. De Amerikaanse econoom Joseph Stiglitz gelooft daar niets van. Nu is er een IMF-studie verschenen waarin op basis van onderzoek naar 159 economieën tussen 1980 en 2012 nog maar eens ten overvloede wordt aangetoond dat het trickle down verhaal een fabeltje is.


In het onderzoek Causes and consequences of Income Inequality van het IMF (onderzoek IMF) is te lezen dat de groei van het bbp 0,08% lager wordt wanneer het inkomen van de rijkste 20%  met 1 procentpunt toeneemt. Als het inkomen van de onderste 20% met 1 procentpunt toeneemt, stijgt het bbp met 0,38%. Ook wanneer men de onderste 20% uitbreidt tot en met de middenklasse, blijft het bbp stijgen wanneer het inkomen van die groepen met 1 procentpunt toeneemt.


Het IMF concludeert dan ook dat stijgende ongelijkheid het risico op crises vergroot en ertoe kan leiden dat de politieke macht in handen raakt van een steeds kleinere groep mensen. Die konklusies werden al eerder getrokken door Stiglitz, Yellen en Piketty. Er zijn nog steeds kritikasters die ons willen doen geloven dat het wel meevalt met die ongelijkheid maar dat kunnen zij alleen beweren wanneer ze al die onderzoeksresultaten negeren.


Een paar konklusies uit het IMF rapport:
  • Spreiding van inkomens is belangrijk voor economische groei
  • Inkomensongelijkheid dempt investeringen en dus economische groei door voeding te geven aan politieke, financiële en economische instabiliteit
  • Ongelijkheid blokkeert het terugdringen van armoede.

Bronnen: de Volkskrant, Causes and Consequences of Income Inequality - IMF

Geen opmerkingen: