maandag 19 augustus 2013

Verwondering in 's Hertogenbosch


Wij bezochten het nieuwe museumkwartier in Den Bosch, een stad die een bezoek te allen tijde waard is, zelfs nu er een kermis was. Ik houd wel van het lawaaiige vertier van een kermis met wanhopig stemmende muziek, vervaarlijke attracties en gillende meiden. Maar het doel was het vernieuwde museumcomplex dat bestond uit nieuwe aanpassingen van Wim Quist aan het Noord Brabants museum en de combinatie daarvan met het door BiermanHenket ontworpen nieuwe Stedelijk museum dat met het Nood Brabants is verbonden.

Hiermee is een uniek museumkwartier in een dicht bebouwde binnenstad ontstaan en het eerste wat opvalt is dat het ontwerp van Quist geheel ten goede komt aan de functie van een museum: het is immers een tentoonstellingsruimte. Vaak genoeg zie je musea die vooral ter meerdere eer en glorie van de architect lijken te zijn ontworpen. Niet zo bij Quist die inmiddels een indrukwekkend oeuvre heeft weten te scheppen in de Nederlandse architectuur. Prachtige, heldere, lichte, transparante en veel ruimte biedende zalen.


Bij uitstek geschikt voor het werk van Marc Mulders, die er geen geheim van maakt dat hij een gelovig mens is. Niet voor niets tref je regelmatig christelijke symbolen aan in zijn werk. En ofschoon ik als ongelovige daar niet veel mee kan, moet ik erkennen dat hij wel een schilder is die iets te melden heeft. Prachtig werk, vooral zijn irissen zijn met kracht en vitaliteit op het doek gezet. Maar ook zijn glaskunst mag er zijn. Alles bij Mulder ademt natuur, ook zijn wandtapijten die ik overigens minder interessant vind. Het is - en hier verplaats ik me in de gelovige mens - alsof hij zeggen wil: de natuur is door God geschapen en is een onuitputtelijke bron van inspiratie al was het maar omdat het de bron van alle leven is. En zo schildert Mulders met overdadig gebruik van materiaal zijn dieren, maar vooral bloemen en steeds meer lijkt hij op zoek naar de architectuur van de natuur. Mooi werk, deze schilderijen en glassculpturen van Marc Mulders.

Maar het hoogtepunt voor mij bleef toch het werk van arts en schilder Hendrik Wiergersma van wij jaren geleden al eens een prachtige overzichtstentoonstelling bezochten. Prachtige grote en donkere doeken met voorstellingen die ontsproten zijn aan het boerenleven op het platteland van Deurne. Wat opvalt is dat de reproducties in de Wiegersma-catalogus veel meer kleur hebben dan de originelen. Ik vermoed dat een schoonmaakbeurt hier wonderen zou kunnen verrichten. Maar indrukwekkend blijft zijn schilderkunst zonder meer.


Dan de doorsteek naar het nieuwe Stedelijk Museum waar je meteen terecht komt in een Tony Cragg-achtige omgeving met de museumwinkel en de balie. De entree naar de tentoonstellingsruimten loopt via een werkelijk schitterend trapportaal dat toegang biedt aan twee ruim opgezette etages. De eerste is bedoeld voor wisselende tentoonstellingen, de tweede voor de eigen collectie glas, porselein en sieraden.
Op dit moment is er een aanstekelijke expositie van Ted Noten te zien, iemand die ik vooral beschouw als ontwerper en criticus, iemand met zelfrelativering die kunst gebruikt om ons op het verkeerde been te zetten, te ontregelen, met ironie, dat zeker.


Wie zich een dag lang wil vermaken met talloze vormen van kunst en cultuur, die gaat naar dit schitterende museumkwartier in Den Bosch. Er is veel te beleven en je komt er ondanks je vermoeide voeten verkwikt vandaan. Als ik hier al een kritisch geluid wil laten horen, betreft dat de expositie van schilderkunst uit de achterliggende eeuwen. Een euvel dat je bij veel musea aantreft. Het is de vaste eigen collectie die met name in de oudbouw is geconcentreerd. Ofschoon het kunsthistorisch belang niet ontkend kan worden, valt het natuurlijk op dat deze zalen en kamers nagenoeg onbezocht blijven. Dit oude werk heeft nu eenmaal een duidelijk kader nodig waarbinnen het tot zijn recht komt en dat kader ontbreekt ten enenmale zodat er geen wisselwerking tussen het kunstwerk en de bezoeker tot stand komt.

Geen opmerkingen: