zondag 8 september 2013

De relatie tussen esthetica en een penis


Een prachtig artikel in de NRC van 7 september komt Richard Prum, hoogleraar ornithologie aan de Yale University uitgebreid aan het woord. Hij betoogt onder meer dat niet alle gedrag en gedragsuitingen functioneel zijn. Onderzoek naar baltsgedrag heeft aangetoond dat er wel degelijk plaats is voor schoonheid in de natuur. Daarbij kan men twisten over de vraag in welke mate het ontstaan van schoonheid een grillig verloop kent.
Tomasso Pizarri van de Oxford University stelt: "Net als adverteerders die klanten proberen te lokken met reclame, kunnen mannetjes vrouwtjes misleiden en manipuleren. De grote vraag is nu hoe we al die kosten en baten kunnen meten, voor vrouwtjes, mannetjes en het nageslacht".
Prum spreekt van  een co-evolutie tussen begeren en het begeerde, een fenomeen dat zich ook elders voordoet, zoals tussen fruiteters en fruit maar ook tussen publiek en kunst. Er is geen kunst zonder cultuur en juist de terugkoppeling naar een publiek is essentieel; kunst ligt niet in het object zelf besloten maar is in hoge mate maar niet uitsluitend subjectief.
Je vraagt je wel af in hoeverre deze redenatie strookt met het gedrag van de prieelvogel. De satijnprieelvogel blijkt zijn prieeltje op te luisteren met alles wat blauw is. Prum lanceert een uiterst intrigerende gedachte: "Keuzevrijheid leidt tot schoonheid. Eén van de redenen dat vogels zulke esthetische dieren zijn, is dat de meeste mannetjes in de loop van de evolutie hun penis verloren hebben. Verkrachting komt daardoor nauwelijks voor in de wereld van vogels. Dit heeft geleid tot de bijna volledige seksuele autonomie van de vrouwtjesvogel".
Ik heb mij nooit afgevraagd in welke mate verkrachting voorkomt in de fauna en of daar sancties op staan. Afin, hoe het ook zij: keuzevrijheid leidt tot schoonheid. Dat is een fraai aforisme.

Geen opmerkingen: