woensdag 23 oktober 2013

Terugkijken is moeilijker dan je denkt


Geschiedenis als wetenschap probeert door een minutieuze bestudering van bronnen de loop der dingen in een ver(der) verleden te reconstrueren en in een groter verband te plaatsen. Zolang geschiedenis in handen van wetenschappers verkeert is er weinig aanleiding tot vrees. Een historicus kan tot foutieve interpretaties komen maar vroeger of later wordt hij gecorrigeerd door een confrater die iets consciëntieuzer onderzoek heeft verricht.

Maar geschiedenis in handen van politici is gevaarlijker dan buskruit. Ik noem hier slechts één voorbeeld van de verderfelijke wijze waarop politici aan de haal kunnen gaan met het/ons verleden: de slag om het Merelveld en de manier waarop die inmiddels mythische gebeurtenis door verschillende kampen op de Balkan is misbruikt.

Geboren in 1950, behoor ik tot de generatie die de Koude Oorlog meemaakte en kennis maakte met de Derde Weg, het Maoïsme. Ofschoon politiek niet actief, raakte ik wel gefascineerd door die heldenverhalen over dat verre land met haar mythische leider. Ik kende China alleen uit de boeken en gedichten van Slauerhoff, niet dus. En zo duurde het nog lang vooraleer dat heldenepos in duigen viel. Mensen als Bolkestein wisten dat natuurlijk allang en namen ons duchtig en luidruchtig de maat. Dat zij zelf de oliebelangen van Shell dienden en vervolgens weinig scrupules toonden als het om Apartheid of Saddam Hoessein ging, wordt maar al te graag verzwegen. Veel geschreeuw en weinig wol.

Maar terug naar China en een interessant artikel van Oscar Garschagen in de NRC van 18 oktober jl. We weten inmiddels dat - zeker als het om aantallen gaat - Hitler verbleekte bij Stalin en dankzij Frank Dikoetter weten we nu ook dat - als het om aantallen gaat - Stalin verbleekte bij Mao. Na Mao's massamoord ben ik nu De tragiek van de bevrijding aan het lezen. Fascinerende studies van een wetenschapper (hoogleraar Humanistiek in Hong Kong en hoogleraar Moderne Chinese Geschiedenis in London) die door bronnen te bestuderen blootlegt hoe Mao kon uitgroeien tot de demon die hij bleek te zijn.

Bleek te zijn? De nieuwe Chinese leider Xi Jiping heeft verordonneerd dat de 120ste verjaardag van Mao grootschalig gevierd zal worden. "De ideologische erfenis van Mao is van uitzonderlijk belang", aldus Xi. Nu heeft de Partij in China besloten tot grootschalige zelfkritiek van politieke functionarissen op alle niveaus. Alle niveaus? Nee, het hoogste niveau, het zevenkoppige Staand Comité van het Politbureau, blijft buiten schot.
Willy Lam, hoogleraar Chinese geschiedenis in Hong Kong, spreekt zelfs van een neo-maoisering van China. Alice Millar, sinoloog en historicus aan de Stanford University wijst die kwalificatie af en ziet Xi veeleer als een volgeling van Deng Xiao Ping. De golf van zelfkritiek is vooral een instrument om China klaar te maken voor de komende onvermijdelijke economische hervormingen.

Lood om oud ijzer, zou ik zeggen. Maar waar het me hier om gaat is de vraag hoe een natie ervoor staat wanneer zij geen open oog wil hebben voor de historische werkelijkheid zoals die uit gedegen bronnenonderzoek tot ons komt. De boeken van Dikoetter lezen is een verbijsterende ervaring. Het is maar goed dat de Nazi's, de Bolsjewieken en de Maoïsten uitblonken in het registreren en archiveren van onvoorstelbaar grote hoeveelheden data. Zonder die bronnen zouden historici als Ian Kershaw, Timothy Snyder en Frank Dikoetter hun belangrijke werk nooit hebben kunnen doen.

Belangrijker werk dan dat van historici is nauwelijks denkbaar. Stel je voor dat we voor het beoordelen van wat wij als werkelijkheid beschouwen zouden zijn aangewezen op politici! Mijn god, ons bestaan is nu al surrealistisch genoeg, zou ik zo zeggen. Laat het niet erger worden.

Geen opmerkingen: