dinsdag 1 oktober 2013
Een daad van barmhartigheid
Els Borst heeft veel betekend voor de moderne euthanasiewetgeving in ons land. En dat strekt haar tot eer. In de actuele discussie over hulp bij zelfdoding speelt zij echter een minder heldere rol. Zij is van mening dat familie buitengesloten moet worden van een eventuele rol in de hulp bij zelfdoding. Voor haar is hulp bij zelfdoding alleen aanvaardbaar wanneer die hulp door artsen wordt verstrekt.
Uit het oogpunt van zorgvuldige medicijnverstrekking is haar standpunt goed te begrijpen. Bovendien kan de arts terugvallen op de ethische rechtvaardiging door de beroepsgroep zoals de KNMG. Natuurlijk is zo'n algemeen aanvaarde "norm" te verkiezen boven de particuliere ethische rechtvaardiging van een daad van barmhartigheid door een willekeurig individu.
Maar er doen zich dan wel prompt nieuwe problemen voor. De ethische norm van een beroepsgroep kan achterop raken bij vragen uit de samenleving. En, misschien nog wel belangrijker, een arts zal in beginsel alleen medewerking verlenen aan euthanasie op medische indicatie. En precies daar loopt de wetgeving achter bij de maatschappelijke ontwikkeling.
Wil de samenleving, zeg de politiek, ooit zo ver komen dat artikel 294 (dat hulp bij zelfdoding verbiedt) uit het wetboek van strafrecht wordt gestraft, dan zullen er toch duidelijke waarborgen ontwikkeld moeten worden. Waarborgen dat de doodswens van de betrokkene goed en helder gedocumenteerd is; waarborgen dat de juiste medicijnen kunnen worden verkregen en aangewend; waarborgen dat er geen sprake is van belanghebbenden (erfgenamen, die aantoonbaar vervroegd zullen profiteren) die de feitelijke hulp verstrekken; waarborgen dat aan alle zorgvuldigheidseisen is voldaan en zo voort. Maar wanneer aan al die eisen is voldaan, zou ik niet weten waarom niet juist een naaste hulp bij zelfdoding aan een geliefde zou mogen bieden.
In de casus Heringa was er geen sprake van enige lichamelijke of geestelijke ziekte. Daarmee was iedere medische route voor haar afgesloten. Maar de gedachte dat ze ook nog 100 jaar zou worden, was voor haar een paar stappen te ver. Ze had haar leven geleid en voltooid. Het zijn vooral gelovigen die met een verwijzing naar de kruisgang van mening zijn dat lijden nu eenmaal bij het leven hoort. "De dood ook" antwoordde Heringa terecht. Hij nam alle zorgvuldigheidseisen in acht en maakte een video opname van de verstrekking aan en het innemen van medicijnen door zijn (stief)moeder. Om vervolgens een proefproces uit te lokken.
Het OM erkent de onzelfzuchtige motieven van de (stief)zoon maar stelt zich terecht op het standpunt dat bestaande wetgeving nu eenmaal hulp bij zelfdoding verbiedt. Vervolgens stelt het OM dat de doodswens van de (stief)moeder toch niet voldoende helder was gedocumenteerd en dat de (stief)zoon niet alles in het werk zou hebben gesteld om een alternatieve route te bewandelen, de medische route. Dat is jammer, omdat beide verwijten aantoonbaar onjuist zijn. "Daarom - stelt het OM - is gevangenisstraf op zijn plaats" en eist een gevangenisstraf die geheel voorwaardelijk zou moeten zijn.
In oktober volgt de uitspraak. Heringa zal in beroep gaan wanneer de rechter hem conform de eis veroordeelt tot een gevangenisstraf.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten