maandag 2 december 2013

Alles pleit voor een nieuw federaal Europa


In de weekendeditie van de NRC een groot en wat merkwaardig artikel van Paul Scheffer over Europa. Tijdens een lunch met Herman van Rompuy eerder dit jaar was hem opgevallen dat deze laatste autistische trekjes begon te vertonen. Ideologische vergezichten waren niet meer aan hem besteed omdat zijn enige zorg nog het redden van de euro zou zijn. Scheffer noemt dit gedrag, deze tendens een vorm van politicide, een sluipende moord op de politiek. Hij stelt daar vier bouwstenen voor een ander Europa tegenover, bouwstenen die zich niet verdragen met een verdere federalisering van de Oude Wereld.

In de eerste plaats is Europa nu teveel naar binnen gericht, een gevolg van het "nooit meer oorlog" adagium. We deden er beter aan onze blik op de buitengrenzen te richten. Niet op Berlijn maar op Bejing, niet op Parijs maar op Sao Paulo, aldus Scheffer. Maar is dat niet allang aan de gang? Is niet juist de verschuiving in de geopolitieke verhoudingen aanleiding genoeg om gericht te werken aan een sterker Europa?

Dat wordt nog duidelijker wanneer we naar het tweede punt van Scheffer kijken. Juist de Europese landen scoren hoog op de Human Development Index, we scoren beter dan de andere continenten als het gaat om corruptie, de rechtsstaat enzovoorts. Scheffer noemt dit de verborgen vitaliteit van de meeste Europese samenlevingen. Maar ook deze vaststellingen van Scheffer lijken mij geenszins strijdig met een een streven naar een sterker Europa, integendeel.

In zijn derde overweging veronderstelt Scheffer dat die verborgen vitaliteit alles van doen heeft met de diversiteit van dit continent. Ook hier stuiten we op een hardnekkige notie die zichzelf lijkt te bewijzen maar die desalniettemin niet juist is: een sterker Europa is niet strijdig met de sociaal-culturele verscheidenheid die dit continent kenmerkt. Dat geldt evenzeer voor de Verenigde Staten van Amerika, waar de typische culturen van de afzonderlijke staten nooit verdwenen zijn.
Een duurzame unie heeft de legitimiteit van nationale staten nodig en omgekeerd kunnen die staten niet langer functioneren zonder de samenhang die deze unieke samenwerking biedt, aldus Scheffer. En hij stelt voor die verscheidenheid te beschermen in een Europese Grondwet. Welke richting we ook in willen slaan, maak er toch vooral geen Verenigde Staten van Europa van, verzucht Scheffer.

Zijn vierde argument heeft betrekking op de geografische omvang van Europa. Meer dan dertig staten lijkt hem niet aanvaardbaar. De door hem aangedragen argumenten voor deze stelling lijken mij valide en ik geloof ook niet dat er één Europese politicus is die in deze tijd nog zou willen streven naar een verdere uitbreiding.

Zoals ik al zei, een wat merkwaardig artikel. Een Europa zonder binnengrenzen vraagt om sterke buitengrenzen. Helemaal mee eens. Een Europa zonder binnengrenzen maakt vrij verkeer van personen en goederen mogelijk. Dat kan alleen ordentelijk verlopen wanneer er harmonisatie van wet- en regelgeving komt, juist om ieder verdringingseffect te kunnen vermijden. Er kunnen gigantische bezuinigingen worden gerealiseerd wanneer Europa een continentaal leger zou kennen. En de Oude Wereld zou een stuk herkenbaarder zijn wanneer er eenstemmig buitenlandse politiek zou worden bedreven. Een Europese economie gebaseerd op een sterke munt heeft zijn waarde allang bewezen en we kunnen die munt aanmerkelijk versterken door het internationale bankwezen te reguleren. Alle andere beleidsterreinen zijn de verantwoordelijkheid van de afzonderlijke staten.

En wat is er nu mooier dan die Europese federale regering keurig in Brussel te laten zetelen? Hoofdstad van het enige Europese land dat maar geen natiestaat wil worden? We hoeven niet te kiezen tussen Londen, Berlijn of Parijs. Laat die steden zijn wat ze al eeuwenlang zijn: hoofdsteden van fascinerende natiestaten, verenigd in een vreedzaam en economisch sterk Europa, dat zich kan meten met de overige grootmachten van deze wereld. Wat we nog wel moeten regelen is een Europees Parlement dat democratisch, sterk en zichtbaar is en daadwerkelijk in staat is om de Europese federale regering te controleren.

Feitelijk bepleit Scheffer een hybride, halfslachtige vorm voor een modern Europa, een - laat dat duidelijk zijn - vooral intergouvernementeel Europa. Volgens hem is dat de beste verdediging tegen de populisten maar ik geloof daar niet in. Zo'n intergouvernementeel Europa heeft geleid tot negatieve beeldvorming, tot Brussel én Straatsburg, tot een zwak Europees Parlement, tot een baantjescarroussel die de Europese Commissie heet, enzovoorts.

Laten we nu juist dáár mee stoppen en  helder aangeven welke kant we op willen. Laat die verkiezingen maar komen en laat de Eurosceptici maar forse kiezerswinst behalen. Laat hen deel uitmaken van het nieuwe Europees Parlement. We zijn er niet bang voor! Laten we ons er vooral sterk voor maken dat de Europese burgers goed geïnformeerd worden en zich niet klakkeloos een oor laten aannaaien door nationalisten die hen naar de mond praten maar voortdurend moeten verbergen dat ze hun persoonlijke machtshonger nauwelijks kunnen stillen.

Wist u overigens dat Nederland meer dan 120 duizend ambtenaren telt tegenover nog geen 40 duizend in Brussel? En dat Nederland, gemeten naar het aantal inwoners, tachtig keer zoveel ambtenaren kent dan Europa?

Geen opmerkingen: