Op aanraden van vrienden bezochten we museum Küppersmühle in Duisburg. Een rustige zondag, heerlijke temperatuur en Duisburg blijkt een verademing. Je hebt de snelweg nog niet achter je gelaten of je komt in zo'n typisch Duitse naoorlogse stad (in het Ruhrgebied is nauwelijks iets overeind gebleven), vaak saai en met weinig architectonische hoogtepunten. Maar op steeds meer plekken, ook in Duisburg, zie je dat voormalige industriebouw wordt aangewend voor nieuwe doeleinden.
De binnenhaven van Duisburg was vroeger een van de grootste binnenhavens van Europa. Nu is er een kantorencomplex gecombineerd met horeca in het havengebied verrezen en is prachtig gebruik gemaakt van grote voormalige fabrieks- en handelsgebouwen die een nieuwe bestemming hebben gekregen. Maar er is nog veel meer in Duisburg, zoals Museum Lehmbruck, een kindermuseum en een uiterst interessant stadspark. Wij sloegen dit keer alles over om er later nog eens terug te keren en beperkten ons dus tot de Küppersmühle.
De parterre wordt gebruikt voor wisseltentoonstellingen. Dit keer van Rolf Gunter Dienst, van wie ik nog nooit had gehoord. Veel kleurig werk, het thema van zijn expositie. Maar echt onder de indruk waren we van zijn enorme potloodtekeningen waarbij hij werkelijk ontelbaar vele kleine figuren telkens herhaalt in telkens min of meer dezelfde vorm. Maar door te variëren met de hardheid van het potlood ontstaan er patronen in zijn tekeningen die je uitnodigen om eindeloos te fantaseren. Ongekende sisyfusarbeid en zeer indrukwekkend!
De Küppersmühle is een voormalig pakhuis dat door de Zwitserse architecten Herzog & de Meuron werd omgetoverd tot een werkelijk prachtig museum voor moderne kunst. Grote, lichte en ruime zalen met zes meter hoge muren, drie etages met elkaar verbonden door een verbluffend mooi trappenhuis!
De beide bovenste verdiepingen herbergen de vaste collectie van het museum. We zagen er Baselitz maar ik merkte dat ik er nog steeds niet van genieten kon, Markus Lüpertz en vele anderen. Vier kunstenaars springen er wat mij betreft uit: de fotograaf Hans-Christian Schink, Gerhard Richter, Bernard Schultze en Anselm Kiefer.
De foto's van Schink zijn overweldigend. Hij fotografeert ingrepen van de mens in de natuur en drukt zijn foto's af in een enorm formaat, alsof je midden in zijn zichtveld staat. Indrukwekkend is de foto van een stalen bak die de basis voor een snelweg vormt en waar je onder door kunt lopen om in kennelijk mistig licht de natuur in te zien, enkele bomen in herfsttinten, de vage contouren van een torenspits. Prachtig!
Van Richter hangen er enkele monochromen maar met name de twee panelen in een overheersend groene kleur maakten dit keer de meeste indruk. Met brede kwast geschilderd in een niet figuratief beeld ontstaat er een prachtig patroon waarin hij door met de lichtheid van de kleur te variëren de illusie van licht weet te creëren. Je kunt er uren naar kijken.
Ook Bernard Schultze kende ik nog niet maar hij maakt zeer fraai werk. Zijn adagium luidt "zoveel mogelijk toeval, zo weinig mogelijk intentie". Maar hij heeft een vaste hand van schilderen en een duidelijke voorkeur voor veelkleurig werk, niet zozeer het grote, ruige gebaar maar ook geen fijnschilderij. Maar heerlijk om naar te kijken, werk dat niet gauw verveelt en telkens iets nieuws lijkt te openbaren.
Het hoogtepunt van vandaag was evenwel het werk van Anselm Kiefer. Op de tweede verdieping hangt zijn Die goldene Bulle, een enorm doek dat een trapvormige Maya piramide voorstelt en waarin Kiefer verwijst naar de bul van Paus Alexander VI die het Latijns-Amerikaanse werelddeel verdeelt tussen de Spanjaarden en de Portugezen. De scheidslijn wordt weergegeven door een goudkleurige strook die bijna diagonaal door het schilderij loopt. Indrukwekkend! Ook hier kun je eindeloos naar kijken. Net als naar het Sternen Lager op de derde verdieping.
Doe uzelf een ongekend plezier en ga er eens kijken, daar in Duisburg! Het is echt meer dan de moeite waard.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten