woensdag 1 januari 2014

Tegen het licht van de rede danst het stof van de geschiedenis


Ha, een nieuw jaar en de zon schijnt zowaar. Aanleiding genoeg om aan het begin van een nieuwe reeks gebeurtenissen en belevenissen enig optimisme uit te stralen. Dit wordt onder meer het jaar van de Europese verkiezingen en wie hier vaker langs komt weet hoe ik daar over denk. Wie daar optimistisch over wil zijn ontkomt niet aan de (zelf)beschuldiging van mateloze naïveteit maar dat deert me niet.
En ik ga het nog bonter maken want ik ga u hier niet vervelen met politieke beschouwingen maar ik prijs u een boek aan. Een boek van een conservatieve Euroscepticus die niet veel op heeft met mijn federale wensdromen.

Ik heb het hier over Dagboek van een landjonker van Benno Barnard. Naar mijn mening een van de beste schrijvers uit het contemporaine Nederlandse taalgebied. Schrijver van zulke schitterende regels als:

"Tegen het licht van de rede danst het stof van de geschiedenis".
"De wereld is een sterke indicatie dat God niet bestaat; het decolleté van Madame Valérie een sterke indicatie dat hij wel bestaat".
"De maatschappij is een sociaal contract tussen de doden, de levenden en de ongeborenen".
"Onze tolerantie jegens de intolerantie is dichtgeklapt als een wolfijzer. We zitten in de val en moeten nu onze eigen poot doorknagen".
"Een moslim is een reagens waarin een zekere dosis islam is gedruppeld. Maar welke stoffen mengen de omstandigheden daar weer doorheen? Ontploft het mengsel dan?"

En zo kan ik nog wel even doorgaan. De taalbeheersing van Barnard is ongekend, hij steekt Jeroen Brouwers naar de kroon en dat doet mij deugd want we hebben dringend behoefte aan mensen met zo'n prachtige taalgevoeligheid en -beheersing. Jeroen Brouwers is, zelfs als hij een matig boek schrijft, een genot om te lezen, een stilist van ongekend niveau. Ik stel vast, en dat niet voor het eerst, dat Benno Barnard evenzeer een genot is om te lezen. Maar behalve een voortreffelijk stilist vind ik Barnard ook vanwege zijn thematiek buitengewoon de moeite waard.

Barnard beschouwt zichzelf als een romantische dwaas, een conservatief die met lede ogen toeziet hoe de moderne mens zijn individuele geheugen inwisselt voor het collectieve digitale geheugen en hoe de uomo universale klakkeloos ingewisseld wordt voor de homo economicus (het thema ook van die voortreffelijke conference van Theo Maassen op Oudejaarsavond!).
Zijn dagboek aantekeningen gaan over België, Europa, over natiestaten en provincialisme en natuurlijk over taal en hoe ongekend slordig wij daar mee omgaan. Ik deel zijn Untergang des Abendlandes-stemming niet en ben ondanks alle scepsis veel positiever over de moderne samenleving dan Barnard, en zoals bekend ben ik een fervent voorstander van een verenigd Europa maar je kunt je eigen opvattingen niet beter scherpen dan aan de slijpsteen van je opponent.

En trouwens, wie een liefhebber van het perfide Albion is en wie daarnaast von Trotta (het districtshoofd uit Radetzkymars van Joseph Roth) als een van de favoriete personages uit de literatuur beschouwt, kan bij mij niet meer stuk! Zelfs zo'n secundair wezen als ondergetekende, kreeg een brok in de keel bij het lezen van de wederwaardigheden van von Trotta. En, nu ik het hier toch over Joseph Roth heb, ook Choinicki is zo'n onvergetelijk personage uit dezelfde roman. Lees dat boek toch nog eens, u doet uzelf tekort als u mijn raad niet opvolgt.

Dit alles doet meer ter zake dan u denkt. Benno Barnard geeft er in zijn literaire werk blijk van te denken en voelen in de traditie van de grote schrijvers uit het interbellum. Ja, hij is een nostalgicus en schrijft en denkt vooral door achterom te kijken. Terug naar onze gemeenschappelijke geschiedenis, terug naar het gezin waarin hij opgroeide, de normen en waarden die hij meekreeg ("Gun jullie kinderen toch enige liefdevolle repressie" schrijft hij ergens). Zodra hij om zich heen kijkt en een blik in de toekomst werpt, wordt het hem vaak droef te moede en wie zou willen ontkennen dat er alle aanleiding is tot grote zorgen? Dat ikzelf, anders dan Barnard, toch met de grootst mogelijke nieuwsgierigheid naar voren kijk, zal wel iets te maken hebben met de naïveteit waarmee ik dit stukje begon.

Genoeg van dit alles nu. Als u geïnteresseerd bent in de doden, de levenden en de ongeborenen mag u dit boek niet overslaan. Barnard is geen romancier en schrijft geen fictie. Waarom zou je ook als de waarneembare werkelijkheid al zo fascinerend en onweerstaanbaar is? Ik herhaal nog maar eens: Benno Barnard is een prachtig schrijver die ten onrechte door de vaderlandse literaire kritiek wordt veronachtzaamd. Ja, dat krijg je ervan als je niet meer in Nederland woont. Maar nu moeten wij het hier doen met pedanterikjes als Adriaan (vingertoppen tegen elkaar) van Dis of Tommy ("er gaat geen dag voorbij zonder dat ik aan de Tweede Wereldoorlog denk" -sic!) Wieringa of Neerlands meest overschatte schrijver Mulisch, om nog maar te zwijgen van die literaire uitbater AFTH. Zo, dit laatste moest er toch nog even uit.

Terug naar Barnard om dit stukje af te sluiten zoals het hoort. Deze loftuiting stroomt als vanzelf uit mijn pen ik heb zijn landjonkerbelevenissen nog niet half uit. U begrijpt waar ik de rest van deze dag mee bezig ben!

Geen opmerkingen: