Wij waren in Charny sur Meuse, een klein dorp waar het leven weggelopen lijkt maar dat ons gelegenheid bood een prachtige fietstocht langs het Canal du Meuse naar Verdun te maken. Een typisch Franse stad, onmiskenbaar, licht, zonnig en vriendelijk. Het internationale centrum van de wereldvrede maar dat zijn vooral woorden en symbolen.
Eerder deze dagen bezochten we het indrukwekkende ossuarium van Doueaumont waar - het woord zegt het al - de beenderen begraven zijn van meer dan 130 duizend naamloze Franse en Duitse soldaten uit de Eerste Wereldoorlog.
Op het kerkhof liggen de overblijfselen van bijna 16 duizend soldaten die strijdend voor Frankrijk de dood vonden in een hel van waanzin. Ook liggen hier de de resten van bijna 600 moslimsoldaten. Ook zij vielen voor Frankrijk. Hun graven zijn anders gepositioneerd dan die van christelijke of joodse soldaten; hun overblijfselen zijn naar Mekka gekeerd.
Het ossuarium is een indrukwekkende monument in de vorm van een zwaard dat tot het heft in de grond gestoken is. Het is ontroerend om langs die graven te lopen. Zo heeft zelfs de dood in zo'n zinloze oorlog nog enige betekenis: we lopen langs de graven, lezen de namen zachtjes hardop en fantaseren over de man achter de naam. Daarmee erkennen we de doden.
Een enkele keer is het naamplaatje van de soldaat aan flarden geschoten en kennen we hem nog slechts als ...nte. Maar hij ligt wel tussen zijn kameraden. Dit alles doet me sterk denken aan Oorlogsroes van Ernst Juenger. Een fascinerend boek en ik ken geen betere beschrijving van de waanzin van die oorlog , waar voor het eerst de strijd geen gevecht van man tot man was maar waar gemechaniseerd wapentuig haar vernietigende rol opeiste.
Het is de moeite waard naar dit soort oorden af te reizen. En het is ongelooflijk belangrijk dat we deze monumenten koesteren, de graven in ere houden en regelmatig bezoeken. Het is wel de minste geste van dankbaarheid die we aan die ontelbare doden kunnen bieden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten