Een bezoeker van dit blog maakte mij opmerkzaam op enkele kanttekeningen bij het basisinkomen in het blad Driegonaal, waarin redacteur John Hogervorst kanttekeningen en bedenkingen plaatst bij dit interessante concept. Ik zou daarbij het volgende willen opmerken.
Het uitgangspunt
voor Thomas Paine was dat alle bewoners van de aarde recht hebben op de
opbrengsten van die aarde. In principe immers, hebben alle bewoners recht op
het verwerven van al hetgeen nodig is voor levensonderhoud. De geschiedenis van Magna
Carta, de Forest Act en de Enclosure Movements heeft laten zien hoe het land
werd toegeëigend door de adel. Mijns inziens wijst Paine er terecht op dat dat
strijdig is met ieder rechtsbeginsel. Door de toe-eigening van grond en de
daarin aanwezige bodemschatten heeft een zeer klein deel van de bevolking
rijkdom en welvaart weten te verkrijgen terwijl de rest van de bevolking zich
tevreden moet stellen met het voortdurend onder druk staande loon voor arbeid.
Wanneer vervolgens die arbeid ook nog eens onder druk komt te staan door lage-lonen-landen, automatisering en robotisering, wordt onmiddellijk duidelijk
hoe onrechtvaardig deze gang van zaken is.
In Driegonaal
wordt nu gesteld dat herverdeling van beschikbare waarde pas mogelijk is nadat
is vastgesteld hoe de arbeid om die waarde te genereren kan worden herverdeeld.
Mijns inziens is dat een heilloze weg. Laten we eerst even terug keren naar de
exponentieel toenemende ongelijkheid wereldwijd en ik volsta hier met de
simpele verwijzing naar twee auteurs.
In de eerste
plaats Piketty die redelijk onweerlegbaar heeft aangetoond hoezeer inkomen uit
vermogen leidt tot een sterk stijgende rijkdom waar inkomen uit arbeid de
mensen in het meest gunstige geval in staat stelt een acceptabel leven zonder
uit de bocht vliegende schulden te leiden. Voor het overgrote deel van de
wereldbevolking is inkomen uit arbeid identiek aan een leven in armoe.
In de tweede
plaats wil ik hier Peter Westbroek aanhalen, de geoloog die het schitterende
boek De Ontdekking van de Aarde
schreef en ik volsta hier met een iets
langer citaat: “Kunnen we nu de steen des
aanstoots aanwijzen waardoor het symbiotische wereldbeeld in flagrante tegenspraak
komt met de machtsstructuur van de huidige maatschappij? Op zich kan men de
schokkende ontmaskering door de Earth System Science van ons ego als een
onmisbare, maar misleidende hersenschim nog afdoen als een drogreden door de
intellectuele elite. Maar de implicaties zijn minder onschuldig. Zodra
datzelfde misleidende ego een deel van het systeemaarde afzondert om het te
onderwerpen aan de eigen exclusieve willekeur, ontstaat er een conflict met het
symbiotische wereldbeeld. Ik trek daaruit de konklusie dat het symbiotische
wereldbeeld onverenigbaar is met de kern van de huidige sociale orde, doordat
het alle eigendom, privé of publiek, ontmaskert als plundering van de aarde”.
Met name de
vaststelling van Westbroek dat eigendom gelijk staat aan plundering van de
aarde vind ik een belangwekkend inzicht. En wanneer we dat inzicht over willen
nemen, dan is de stap naar een eerlijke verdeling van (de opbrengsten van) alle
bronnen en hulpbronnen een tamelijk logische stap geworden.
Hogervorst
schrijft in zijn commentaar dat een basisinkomen voor hen die het niet nodig
hebben onzin is en dat wie sociaal wil zijn zich moet richten op het realiseren
van een springplank voor de ander, de minder vermogende. Maar daarmee
verplaatst hij het idee van een basisinkomen direct naar de sfeer van
filantropie en liefdadigheid. Thomas Paine betoogde nu juist dat het
basisinkomen geen gunst maar een universeel recht behoort te zijn. Het is ook
zaak vooral vast te houden aan dat universele recht omdat daarmee de
rechtvaardiging van het concept haar eigen logica genereert.
Hogervorst
schrijft dat we niet kunnen verdelen wat nog niet gemaakt is maar daarvan is in
het geheel geen sprake. Eén procent van de wereldbevolking bezit het overgrote
merendeel van alle rijkdom hier op aarde en verwerft daarmee ook steeds meer
politieke macht. De rest van de bevolking, negenennegentig procent, moet het
doen met de schamele resten van die rijkdom. Die rijkdom is er al, is dus al
gemaakt en er is niets onredelijks aan het herverdelen van die onvoorstelbare
rijkdom. Daarmee is ook voldoende aangetoond dat de financiering van het
basisinkomen geen enkel probleem hoeft te zijn. Daar zou ik dan wel bij op willen merken dat een basisinkomen bij voorkeur wereldwijd zou moeten worden ingevoerd en dat als de financiering via het instrument belasting kan worden gerealiseerd, er dan ook geen enkele ratio meer is voor
belastingparadijzen of belastingontwijking.
Het kan en het
zou moeten. Maar het vereist wel de wil en het inzicht dat bezit tot chaos en
plundering leidt. En het inzicht dat absurde rijkdom onrechtvaardig en immoreel
is en bovendien de status quo in stand houdt. De belangentegenstellingen en het
bestaande machtsevenwicht binnen de menselijke samenleving maken het
basisinkomen vooralsnog schier onmogelijk. Maar dat zegt niets over de morele
juistheid en wenselijkheid van het concept.
2 opmerkingen:
Oude wijn in nieuwe zakken. Dezelfde lege woordenpraal die we de Communisten 80 jaar lang hebben zien en horen verkondigen. Deze utopische ideologie heeft al eens in grote delen in de wereld de macht gehad, en er niets van gebakken. Massamoord op andersdenkenden daar kunnen we de varianten van het socialisme het beste van herinneren. Dat de heer Nuy deze ideologie vriendelijk gezind is, was al lang duidelijk, de symptomen van het stalinistische absolutisme, atheisme en de daaruit vloeiende onverdraagzaamheid.
Een basisinkomen zou een universeel recht zijn, en daar stopt de heer Nuy met zijn eigen invulling daarvan. Hoe meent hij dit te kunnen invoeren, en is hij bewust van alle obstakels op de weg naar dat universeel inkomen.
Het is natuurlijk een utopie, die nogmaals het bewijs laat zien dat nog steeds ook academisch gevormde mensen kritiekloos achter dit soort goeroes aanlopen, in plaats van hun eigen verstand te gebruiken.
Een reactie posten