dinsdag 27 december 2022

Mahler 3 of het noodlot van de triangel

 

In 1896 legde Mahler de laatste hand aan zijn derde symfonie, de langste uit het repertoire. In deze symfonie probeerde Mahler de hele wereld te omvatten, mensen, planten, dieren maar ook de mensheid, de natuur, god. Wat kun je op tweede kerstdag nou  beter doen dan naar zo'n symfonie gaan luisteren. Wij gingen naar de mooie nieuwe zaal van Musis Sacrum in Arnhem waar het nieuwe concertensemble uit oost Nederland concerteerde, met de wat merkwaardige naam Phion (en dat schijnt dus niet Philharmonie Oost Nederland te betekenen) maar dan wel weer onder leiding van Claus Peter Flor, toch niet de eerste de beste.

Wij zaten op het balkon, links van het orkest en we keken dus dwars op de musici en hadden een uitstekend zicht op de dirigent. Voorwaar, geen verkeerde plek. Enig nadeel: we keken de prachtige zangeres Katarina Bradic op de rug. Maar wat een mooie mezzosopraan is zij, een heerlijke stem!

Mahler kennen we van zijn breedsprakigheid, ik geloof dat hij nogal onder de indruk van zichzelf was. En we kennen hem natuurlijk van zijn beroemde, of moet ik zeggen beruchte echtgenote, Alma Mahler, overtuigd antisemiet. En dat zij ooit met elkaar getrouwd zijn geraakt  is vreemd want Mahler was een jood. Misschien was Alma van meet af aan niet helemaal eerlijk. Ook niet tegenover zichzelf want toen ze Mahler zat was, gaf ze zich aan Franz Werfel, ook een jood. Vreemde vrouw.


Terug naar Mahler. Ik ben een oppervlakkige liefhebber en kan noot noch partituur lezen. Ik denk dat ik sommige van de intenties van de componist wel heb gehoord in zijn anderhalf uur durende symfonie. Ruim baan voor het koper en de percussie. Vlak onder mij zat of stond de triangelbespeler en daar heb ik me over verbaasd. Niet over de musicus want die deed zijn werk consciëntieus maar ik vraag me af wat iemand bezielt om zich in de triangel te verdiepen. Ook vraag ik me af waarom bij de orkestratie van deze symfonie er überhaupt een rolletje voor de triangel werd weggelegd. Het instrument werd gedurende het werk een keer of tien beroerd maar de bespeling ervan beperkte zich tot het heel subtiel beroeren ervan met een klein dun staafje. Maar wat me vooral opviel was dat de triangel mee mocht doen op momenten dat de rest  van het orkest flink van zich liet horen. Zou de triangel vergeten zijn of brutaalweg weggelaten, niemand zou het gemerkt hebben. Voor zover de triangel een bijdrage leverde aan het geluidsbeeld - en theoretisch is dat het geval - niemand die het gehoord heeft.

Nu weet ik wel, een enkele violist hoor je ook niet maar zou je er teveel van naar huis sturen, dan zou dat de kwaliteit van de uitvoering niet ten goede komen. Maar die triangel?! Ik had te doen met de musicus daar beneden mij. Zijn collega percussionisten hadden het lekker druk en beheerden een afwisselend instrumentarium. Je zou een studie kunnen wijden aan de psyche van de triangelist. Dit laatste woord bestaat helemaal niet (behalve in het universum van Herman Finkers) maar juist daarom geeft het zo treffend uitdrukking aan de ziel van deze musicus. Wie ambieert dit?

Ik heb overigens met genoegen naar de derde van Mahler geluisterd hoewel ik de afleiding van dat orkest bekijken wel een welkome activiteit vond. Vergis ik mij of vond het vroegere Het Gelders Orkest meer een eenheid dan dit Phion? Misschien verbeeld ik me dat maar, wie zal het zeggen?

Geen opmerkingen: