Wojtyla, u kent hem vast nog wel, die populaire paus Johannes Paulus II die god op aarde verving tussen 1978 en 2005. De man was ongelooflijk populair, even populair als reactionair meen ik. Maar daar gaat het me nu niet om. Zijn opvolger, de zwatelende Duitser Benedictus XVI, had de grootst mogelijke haast om onze geliefde Pool zalig te verklaren en de volgende paus, de verlichte Fransiscus verklaarde hem in 2014 zelfs heilig.
Wojtyla zou twee wonderen hebben verricht. En of dat klopt wordt door confraters uit eigen parochie bepaald. Zo gemakkelijk gaat dat in de katholieke kerk. Dagblad Trouw is wat dieper in de geschiedenis van onze Wojtyla gedoken en heeft vastgesteld dat deze al in 1971 op de hoogte was van kindermisbruik door collega-priesters die hij vervolgens fluks de heilige hand boven het hoofd hield. De snoodaards moesten biechten, drie weesgegroetjes opzeggen en mochten dan elders vrolijk verder gaan met hun misdadige praktijken.
Ook onze Wojtyla vond de naam en faam van het door hem vertegenwoordigde instituut dus belangrijker dan het heil van de kinderen die aan zijn zorgen waren toevertrouwd. Nu dat formeel is vastgesteld, zou je verwachten dat schaamte toe zou slaan. Dat een geheime commissie de heiligverklaring van deze hypocriet spoorslags in zou trekken. Maar natuurlijk gebeurt dat niet. En al die arme sloebers die denken dat ze bij god moeten zijn voor moraal, worden en passant ook maar onmiddellijk in de kou gezet.
Want daar zijn gelovigen toch wel heel erg goed en flexibel in: to turn a blind eye to al die zaken die hen confronteren met de eindeloze en perverse hypocrisie van de vertegenwoordigers van god op aarde. We noemen dat cognitieve dissonantie, we negeren alles wat niet in ons ideaaltypisch beeld past. En bidden vrolijk verder.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten