maandag 12 november 2012


"De Raad van State stelt zich ten doel om als adviseur voor wetgever en bestuur en als hoogste algemene bestuursrechter bij te dragen aan behoud en versterking van de democratische rechtsstaat. Daarbinnen wil hij bijdragen aan de eenheid, legitimiteit en kwaliteit van het openbaar bestuur en aan de rechtsbescherming van de burger".
Dit heb ik uiteraard niet zelf verzonnen. Deze tekst is van de raad zelf. Rechtsbescherming van de burger is het centrale begrip. Ik weet niet beter of de overheid is er voor alle burgers. De overheid maakt wetten en regels en ziet erop toe dat alle burgers een gelijke behandeling krijgen, kunnen verwerven waar zij krachtens de wet recht op hebben.
De ambtenaar verricht het handwerk van de overheid, overhandigt het feitelijke recht aan de burger die zich aan het loket meldt. Als de wet zegt dat er niet meer gediscrimineerd mag worden, is de ambtenaar wel de laatste die dat toch zou mogen.
Zou je denken he? Maar die vlieger gaat niet op als het om homo's gaat. De RvS heeft een advies uitgebracht naar aanleiding van een initiatiefwet van D'66 dat handelt over de benoembaarheidseis van de ambtenaar van de burgerlijke stand. In die eis is uiteraard en terecht - de wetgever heeft dat immers zo bepaald - de verplichting opgenomen ieder paar dat in aanmerking komt voor de huwelijkse staat, ook daadwerkelijk in de echt te verbinden.

En wat zegt nu de RvS? Ik citeer hier gemakshalve de Volkskrant van vandaag: "De Raad vindt zeker dat alle homoparen overal moeten kunnen trouwen, maar ook dat zo'n vereiste aan de ambtenaren geen goede oplossing is. Het sluit namelijk mensen categorisch uit van 'gelijke benoembaarheid in de openbare dienst', ook als hun functioneren in de praktijk geen problemen zou opleveren. Naar het oordeel van de Raad draagt het voorstel 'dan ook niet bij aan het vinden van een voor alle partijen min of meer aanvaardbare oplossing'. De Raad ziet meer in een benadering waarbij de gemeenten zelf en zorgvuldig een afweging kunnen maken".

Het is te gek voor woorden dat een college dat waakt over de rechtsbescherming van de burger een logisch wetsvoorstel afwijst, in haar argumentatie gebruik maakt van de formulering "min of meer" en ook nog eens toestaat dat wetsdienaren discrimineren waar de overheid zelf dat verboden heeft. Wat heeft dit met rechtsbescherming van de burger van doen? Het lijkt waarachtig wel alsof niet alleen de Eerste Kamer, maar nu ook de Raad van State partijpolitiek aan het praktiseren is. En dat alleen maar omdat zo'n klein christenfundamentalistisch partijtje wat kabaal maakt. Het moet niet gekker worden.

Geen opmerkingen: