maandag 20 oktober 2014

Over vrijheid van meningsuiting in de strijd tegen jihadisme


In een groot artikel in de NRC van 11 oktober onder de titel Nostalgische idealen zijn er niet alleen bij jihadisten gaat Paul Scheffer in op de achtergronden van een islamitisch kalifaat. Een islamitisch kalifaat is een droom van alle moslims en het ligt in de aard van religies opgesloten dat zij de wereld willen veroveren. Er kan maar één schepper zijn en de waarheid is daarmee absoluut.
De populariteit van IS onder westerse moslims is veel groter dan we gehoopt hadden. Die nostalgie, zegt Scheffer, "toont ons de onzekerheid van nogal wat moslims, die de afstand tussen hun zelfbeeld van een islam als superieure beschaving en de pijnlijke achterstand van de Arabische wereld, niet kunnen verdragen". Ook Abram de Swaan maakte melding van wat hij 'schaamte' onder de moslims noemt en daarbij doelde hij op hetzelfde fenomeen als Scheffer hier aanstipt.

Het door IS gebruikte geweld is een groot probleem voor de wereldgemeenschap die zich geconfronteerd ziet met de dreiging van export van dat geweld naar de westerse samenlevingen, maar datzelfde geweld is ook een probleem voor moslims die enerzijds de idee van een wereldomvattend kalifaat graag ondersteunen maar het geweld van IS niet kunnen accepteren.
Scheffer betoogt dat zelfonderzoek door de moslimgemeenschap van groot belang is en ondersteunt dan ook de oproep van de Rotterdamse burgemeester Aboutaleb aan moslims om hun verantwoordelijkheid op te pakken. Zo'n zelfonderzoek heeft niets van doen met een schuldbekentenis waar velen om roepen. Maar een openlijke meningsuitwisseling binnen de diverse moslimgemeenschappen hier in het westen is onontbeerlijk in de strijd tegen jihadisme, aldus Scheffer.

Ook wijst hij erop dat het Westen er niet is met het afwijzen van het perverse geweld van IS. Zonder een open dialoog over het falen van de Westerse politiek in het Midden Oosten, zonder een openhartige benadering van de vraag wat per saldo het nuttig effect is geweest van Westers ingrijpen, zal een dialoog met moslimjongeren niet op gang komen. Waarom greep het Westen niet in in Syrië, waarom krijgt Israël al decennia lang alle ruimte om haar annexatiepolitiek uit te voeren, waarom steunde het Westen een staatsgreep in Egypte om een democratisch gekozen president af te zetten, waarom belijdt het Westen de scheiding van kerk en staat maar steunt datzelfde Westen bijna kritiekloos de theocratie Saudi-Arabië? En zo voort.

Anders gezegd, aldus Scheffer, de buitenlandse politiek is van steeds groter belang voor de sociale vrede in eigen land. Enige consistentie tussen de binnenlandse normen en de normen op basis waarvan buitenlandse politiek wordt bedreven is dan toch echt van belang.
Een fundamenteel debat over het westers interventionisme in het Midden Oosten is dus noodzakelijk in de strijd tegen het jihadisme. De vrijheid van meningsuiting is daarbij het allerhoogste goed. Het Westen heeft bij de reacties op de aanslagen in Londen en Madrid aangetoond opgewassen te zijn tegen zulke tragedies van geweld. Scheffer: "De kernopdracht voor overheden en bestuurders is dan ook om trouw te blijven aan de beginselen van de open samenleving; dat is een voorwaarde om deze confrontatie met het jihadisme te winnen".

Ik ben het daar graag en volmondig mee eens. Tegelijkertijd worden we met enorme problemen geconfronteerd. Als islamitische predikers alles mogen zeggen zolang ze maar niet letterlijk oproepen tot geweld, zouden zij vrijelijk hun gang mogen gaan. De goede verstaander die aan het halve woord genoeg heeft kan zo wel heel gemakkelijk geïnspireerd worden. Maar ik erken dat precies op dit punt zich de lakmoesproef van een open en vrije samenleving voltrekt

Geen opmerkingen: