maandag 17 maart 2014

Godendrank op Islay


De afgelopen dagen verkeerde ik met mijn broers op Islay, een van de vele Schotse eilanden maar wel een bijzonder eiland: het biedt onderdak aan een stuk of acht vermaarde whisky distilleerderijen, waarvan de whisky's met elkaar gemeen hebben dat de barley die gebruikt wordt, eerst wordt gerookt door gestookte turf. Die geurcomponenten - variërend van circa 20 tot wel 150 ppm - maken van de Islay whisky een 'peaty' drank, die niet door iedere whisky liefhebber wordt gewaardeerd maar die bij ons al veel langer buitengewoon in de smaak viel. Dit reisdoel zat dan ook al jaren in de planning.
We hebben ze allemaal bezocht en namen bij enkele ook deel aan een tour, een enkel keer zelfs een privé rondleiding. We kregen 'wee drams', 'nosing' glaasjes en andere parafernalia. En we hebben niet één whisky tweemaal genoten, de keuze daar is schier eindeloos!


Voor wie het weten wil: we dronken achtereenvolgens Bowmore 15 darkest, Bruichladdich Port Charlotte 11, Port Askaig 12, Laphroaig cask strength 10, Laphroaig 18, Lagavulin 16, Lagavulin 12 cask strength, Bowmore Spring Tide, Kilchoman 2007 vintage, Bruichladdich 21 Joanne Brown Laddie Ambassador, Kilchoman 100% Islay single cask, KilcHoman small batch release, Bowmore mashman's selection, Bunnahabhain 18, Caol Ila natural cask strength, Bruichladdich PC 10, Laphroaig quarter cask, Caol Ila Moch, Bunnahabhain Toiteach, Bowmore 12 en daarnaast nog de non-Islay whisky's Auchentoshan, Oban 14, Teaninich 10 Highlands, Mortlach Speyside 16 en de Campbelltown Springbank Longrow 12. U begrijpt dat de cijfers het aantal jaren aangeeft dat de whisky in een vat gelagerd lag.


De Port Charlotte 11 was absolute top maar deze ging vanwege de prijs niet mee in de koffer terug naar huis. Onze keuze viel op de door onszelf gebottelde Bruichladdich Joanne Brown Laddie Ambassador van 21 jaar oud. Met recht een godendrank. Voorlopig staat die fles hier te stralen en blijft het loodje om de kurk. We hebben whisky's gezien van GBP 8.000 en de prijs per glaasje van 25 ml varieerde van GBP 4.50 tot GBP 80. Onze grens, er zijn altijd grenzen, lag bij GBP 12.



De kleinste distilleerderij is die van Kilchoman en de grootste is Coal Ila (de laatste produceert in vier dagen net zo veel als de eerste in een jaar). De aangenaamste was Lagavulin en niet omdat daar álles gratis was en de leukste was misschien wel Laphroaig waar wij eigenaar werden van een square foot stukje land waarop nu een Nederlands vlaggetje staat bij mijn GPS coördinaten N 55-37.97 en W 6-08.988. Nog een merkwaardig feitje over Laphroaig: de Prince of Wales verleende zijn goedkeur aan deze whisky en bracht die tot uitdrukking door een gevelsteen cadeau te doen met de inscriptie Ich dien!



Islay is whisky, ademt whisky en de vrouwen weten er net zo veel van deze drank af als de mannen en alle huisjes op het eiland zijn wit. Bowmore, Portnahaven en Port Ellen zijn lieflijke plaatsjes maar nauwelijks groter dan het negenhonderd zielen tellende Aerdt, waar wij als buitenaerdtsen onze intrek hebben genomen. Mocht u ooit goesting hebben, bezoek dan dit prachtige eiland in dit schitterende land en boek een kamer in het Bowmore Hotel waar de energieke Peter Maclellan de scepter zwaait, onnavolgbare verhalen vertelt, waanzinnige whisky's schenkt en in zijn vrije tijd zanger is in zijn band Rock of Malt, zoek het maar op op Facebook.



Vier dagen slechts maar het werd een onvergetelijke reis en we hebben nu al heimwee. Ik prijs me gelukkig te weten dat een reis naar de Outer Hebrides, the Isle of Lewis to be more precise, in 2015 al geboekt is!

Geen opmerkingen: