dinsdag 4 maart 2014

Hugo Brandt Corstius


HBC is overleden en met hem verdween een buitengewoon markante persoon. Wie kent hem niet. Ik herinner me nog goed het gedoe rond Buikhuisen die onder aanvoering van HBC vakkundig en doeltreffend werd afgemaakt. En tot mijn schaamte moet ik bekennen dat ik destijds ook niets van Buikhuisen moest hebben en dat ik toen dacht: "ja, als zelfs zo'n Brandt Corstius daar in zulke termen over spreekt - soit, het gaat ver - maar dan is dat toch niet niks!" Inmiddels weten we wel beter en is het treurig dat Buikhuisen destijds op zo'n schandelijke manier werd gedesavoueerd. Ook heel erg zwak van HBC dat hij nimmer op de kwestie is terug gekomen. Maar anderzijds past dat ook wel weer bij deze tegendraadse persoonlijkheid.

Ik heb me prompt de Opperlandse taal- & letterkunde van Battus weer eens aangeschaft. En wat een plezier beleef je aan dat boek. En bewondering voor de onvermoeibare geest die al deze taalwetmatigheden en wetenswaardigheden boven tafel weet te krijgen. Soms is het puzzelen en doordenken maar vaker nog is het hard schaterlachen. En vele vondsten zijn uniek en onvergetelijk.

Wat te denken van het palindroom a man, a plan, a canal: Panama of het woordpalindroom Voor hem was ik een nummer, geen minnaar als hij: bleek, tóch maar mooi haar held die overwon. Zo overwon die held haar mooi; maar toch bleek hij als minnaar géén nummer één: ik was hem voor... of het Engelstalige anagram Piet Mondrian: I paint modern.

Of de vaststelling dat er heel veel geografische anagrammen mogelijk zijn, zoals Cothen-Ochten, Cremona-Menorca, Diemerbrug-Muiderberg, Halsteren-Herenthals, Holten-Tholen, Hoorn-Rhoon, Orleans-Salerno, Tokyo-Kyoto en zo voorts. En een schitterend anagram is natuurlijk rijksdaalder: slijk der aarde.

Heerlijk zijn ook de talloze rijmpjes van Kees Stip zoals deze: Een zee-egel zat op een briefje / en zeilde langzaam naar zijn liefje. / 'Doch waarom' vroeg een oude rob, / 'hebt u een zomerhoedje op?'/ - 'Ik ben", sprak toen die egel kregel / 'de nieuwe zomerpostzee-egel'.

En wat te denken van homogrammen zoals De venter ging over de brug in Deventer en toen was de vent er of Als ik in de natuur de wolken natuur, denk ik: er komt een nat uur of Is pa gek op je pagekopje?

En het langste woord in het officiële Nederlands dat ondanks de 55 letters nog steeds geen kul is luidt kindercarnavalsoptochtvoorbereidingswerkzaamhedendrukte. Hoe kom je erop?

En het volgend rijmpje van Daan Zonderland is ook enig in zijn soort: In Holland noemt men 't water / De Fransen zeggen l'eau / De Belg die beide talen kent, / die spreekt van Waterloo.

Vooruit, nog ééntje dan, een prachtige alfabetische zin van de onvergetelijke Battus: Algebra baart constant de eerste fase geweldige hoofdpijn, inzoverre jongens klakkeloos leuteren, maar naarstig oplettende puzzelaars - qua rekenkunst schrander - tonen uitermate veel wetenschappelijke x + y-zaken.

Ga nog maar eens op zoek naar Opperlandse taal- & letterkunde, je kunt er veel genoeglijke uren mee beleven.

Geen opmerkingen: