dinsdag 13 december 2016

Requiem for the American Dream


Als bij toeval stuitte ik op Requiem for the American Dream, een documentaire uit 2015, gemaakt door Kelly Nyks, Peter D. Hutchinson en Jared P. Scott. De documentaire bestaat uit een lang interview met de Amerikaanse taalwetenschapper, linguïst en activist Noam Chomsky (1928).  U kunt de documentaire hier vinden Requiem for the American Dream

Het kost u drie euro en ruim een uur om hier kennis van te nemen maar ik kan u alleen maar hartstochtelijk aanraden deze kleine investering te doen. Chomsky bespreekt hier de socio-economische ontwikkeling in de Verenigde Staten in de twintigste en eenentwintigste eeuw. Het is een zeer indrukwekkende documentaire. Enerzijds omdat Chomsky een erudiet wetenschapper is die op uiterst kalme en rustige toon haarscherpe analyses van de Amerikaanse samenleving geeft. Het merendeel van zijn analyses is onverkort van toepassing op de gehele westerse gemeenschap. De tweede reden waarom deze documentaire zoveel indruk maakt is gelegen in het feit dat Chomsky in heldere bewoordingen buitengewoon treffend en ook voor leken begrijpelijk laat zien hoe we de wereld om ons heen kunnen interpreteren.


Chomsky vertelt het verhaal van de macht. Wie heeft de macht en wat betekent dat voor de samenleving. Hij laat zien dat de moderne westerse samenleving is georganiseerd op basis van tien principes. Het eerste principe gaat over de ongelijkheid en Chomsky toont ons dat nu vooral de keuze gemaakt lijkt te worden om de democratie te beperken waar het oude ideaal juist de voorkeur gaf aan het verminderen van de ongelijkheid.
Het tweede principe luidt: Onderwerp het volk. Het bedrijfsleven verloor de controle over de samenleving door de toenemende democratisering. Dat moest worden tegengegaan. In het derde principe laat Chomsky het nieuwe adagium herontwerp van de economie zien. Lag vroeger de nadruk op productie, meer en meer vormden de financiële instituties de motor van de economie. Er is duidelijk sprake van fiancialisering van de economie. Dit heeft vergaande gevolgen gehad. Chomsky laat onder meer Alan Greenspan zien die toegeeft dat zijn manier van het runnen van de economie in belangrijke mate steunde op het creëren van onzekerheden voor de werkende klasse. De combinatie van het financialiseren van de economie en het verplaatsen van de productie hebben geleid tot concentratie van rijkdom en daarmee van politieke macht.
Het vierde principe heeft betrekking op het verschuiven van de lasten. Wij hebben nu een plutonomie, slechts een klein percentage van de wereldbevolking vergaart steeds meer welvaart. De rijken betalen steeds minder, de armen betalen steeds meer belasting. Trickle down is een sprookje.


Het vijfde principe luidt: val de solidariteit aan. Waar Adam Smith ons nog leerde dat sympathie misschien wel de belangrijkste menselijke eigenschap was hebben we daar nu geheel van afgezien. Zorg voor jezelf, niet voor een ander is nu het motto. Waar we vroeger nog gratis hoger onderwijs hadden, zegt de nu vele malen rijkere samenleving zich dat niet meer te kunnen permitteren.
Het zesde principe leert ons de reguleringen te besturen en beheersen. De industrie die gereguleerd wordt, heeft - zeker in de VS - de macht over de regelgevers. Lobbyisten - ook hier in Nederland - schrijven mee aan wetgeving. Na Nixon, de laatste New Deal president, trad de deregulering in en sindsdien moet de belastingbetaler elke keer weer degenen redden die de crises veroorzaakten. Too big to fail.
Het zevende principe luidt: manipuleer de verkiezingen. Ook dit is met name in de VS manifest. Bedrijven mogen ongelimiteerd doneren aan politici en hun partij. En natuurlijk kopen zij daarmee invloed. Chomsky noemt dit een enorme aanval op het residu van democratie.
Het achtste principe gebiedt de elite het volk onder de duim te houden. De macht van vakbonden is wereldwijd enorm afgebroken. De VS kennen zelfs niet het recht om vakorganisaties op te richten. Klassenbewustzijn wordt niet op prijs gesteld en laat zich volgens Chomsky heel eenvoudig definiëren als: wie geeft de orders, wie volgt ze op?
Het negende principe zegt: kweek instemming en hier komt de reclame industrie aan bod. Fashionable consumption weerhoudt de mensen ervan hun lot in eigen hand te nemen. Ze mogen toeschouwers zijn, geen deelnemers. Verkiezingen worden beheerst door een ongeïnteresseerd electoraat te kweken dat irrationele keuzes maakt. Zo kan dat electoraat worden gemanipuleerd door those who seek power.
In het laatste en tiende principe gaat het erom het gewone volk te marginaliseren. Het volk heeft geen enkele invloed op overheidsbeleid en dat leidt tot ongerichte woede en aanvallen op de zwakkeren in de samenleving. Mensen moeten elkaar vrezen en haten, niet voor elkaar zorgen.


Chomsky verzucht dat we op weg zijn naar een heel nare samenleving en wanneer slechts een enkele samenleving zo ziek is, behoort herstel misschien nog wel tot de mogelijkheden. Maar wanneer de globale gemeenschap er een van hebzucht is, dan ligt slechts ondergang en vernietiging in het verschiet. Chomsky: "Ik denk dat we niet slim genoeg zijn om tot in detail een perfect rechtvaardige en vrije samenleving te ontwerpen". Hij haalt de filosoof John Dewey aan die beweerde dat wij geen deugdelijk functionerende democratische samenleving zullen hebben tot alle instituties zoals productie, commercie, media allemaal onderhevig zijn aan participerende democratische controle.

Chomsky put hoop uit de woorden van de Amerikaanse historicus Howard Zinn (1922 - 2010) die zei dat het enige wat echt van belang was de ontelbare kleine daden zijn van onbekende mensen, zij leggen de basis voor belangrijke gebeurtenissen in de geschiedenis. Zij hebben in het verleden dingen bereikt en zij zijn het die dat ook in de toekomst moeten doen.


Laten we hopen dat Howard Zinn het bij het rechte eind heeft. Zoals gezegd, neem vooral even dat uurtje om naar deze indrukwekkende documentaire te kijken. Betere tv is niet denkbaar!

2 opmerkingen:

John Wervenbos zei

Knap geschreven samenvatting.

enno nuy zei

Dank je, maar zoiets doe ik met plezier. Zo'n interview mag van mij ook nog drie keer zo lang duren. Maar hoezeer ik Chomsky ook waardeer, het meeste nog werd ik geraakt door die opmerking van Howard Zinn. Dat hij maar gelijk moge hebben, dan is er nog hoop!