Het werd tijd voor een bezoek aan het nieuwe Stedelijk. Verbouwd door Van Benthem Crouwel. In alle opzichten geslaagd, deze renovatie. Centraal deze maanden een overzichtstentoonstelling van Mike Kelley. Ik houd niet van installaties en Kelley wordt gezien als een van de belangrijkste kunstenaars van de moderne tijd. Het is aan mij niet besteed maar soms zitten er juweeltjes tussen.
Interieur van een werkelijk schitterend Stedelijk Museum Amsterdam. De weersomstandigheden maakten buiten fotograferen onmogelijk. De associatie met een badkuip ligt voor de hand, zoals het ING gebouw strijkijzer wordt genoemd. Maar komend vanaf het Museumplein is het Stedelijk meteen zichtbaar, neergezet, icoon van de moderne stad. De misprijzende commentaren uit onder meer de VS zijn wat mij betreft volkomen misplaatst. Wellicht is het budget voor het museum te klein geworden om een mondiale speler te kunnen worden. Dat is al direct zichtbaar in de snelheid waarmee toestromend publiek kan worden verwerkt. Eigenlijk is dat schandalig. Waarom niet buiten het museum twintig kaartautomaten neergezet, zodat binnen alleen nog maar hoeft te worden gecontroleerd op kortingskaarten? Zo moeilijk kan het niet zijn.
Jan Cremer schildert de zee, hij exposeert in alweer zo'n fraai museum: het Scheepvaartmuseum. Om de een of andere reden blijf ik Cremer wantrouwen maar het moet gezegd, sommige van deze schilderijen zijn heel erg krachtig en overtuigen direct.
Het EYE instituut waarover zeurpiet Baudet de meest baarlijke nonsens schreef. Een prachtig gebouw, van binnen en van buiten en de expositie over Oskar Fischinger was een openbaring. De grondlegger van de animatiefilm en de bedenker van de visuele muziekfilm, uitvinder van tal van technische ontwikkelingen die aan de basis liggen van de huidige technische revolutie.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten