maandag 11 maart 2013
Utsav Lal
Het zal ergens in 1966 zijn geweest dat ik regelmatig van mijn zuurverdiende zakcenten zo af en toe een singletje of een LP kon aanschaffen. Mijn vaste adres was Goossens & Zwagerman, ik meen aan de Vughterstraat in 's Hertogenbosch. Het was in ieder geval enkele jaren voordat de Beatles hun Sgt Pepper album uitbrachten. Ik kan me niet meer herinneren wanneer ik voor het eerst een sitar hoorde maar ik wist wel dat zo'n sitar net als een doedelzak ongelooflijk fascinerende tonen kon produceren, vooral als zo'n exotisch instrument ging improviseren rond het perpetuum mobile geluid van een tanpura. Om na soms pas tien minuten of langer opeens gecombineerd te worden met dat mysterieuze geluid van een tabla waarna die drie instrumenten langzaam maar zeker naar een climax toewerkten. Na de laatste vingerslag op de tabla hoorde je dan soms nog secondenlang de laatste tonen van de tanpura wegsterven.
Ik kon er geen genoeg van krijgen en stukje bij beetje raakte ik wat thuis in de wereld van de raga's, de wereld van Ali Akbar Khan en Ravi Shankar. Zittend in een van de luistercabines van Goossens & Zwagerman liet ik de langspeler van Khan opzetten en de verkoper was kennelijk zo gecharmeerd van mijn zoektocht dat hij me prompt allerlei andere exotische muziek voorschotelde. Veel Arabische muziek beluisterde ik zodoende al op jonge leeftijd maar die fascinatie voor muziek uit India bleef de boventoon voeren en is nooit verdwenen. Pas later leerde ik dat niet alleen de sitar uit India kwam maar ook de doedelzak en zelfs de flamencomuziek vindt haar oorsprong op het Indiase subcontinent. Wie heden ten dage nog naar de zigeunermuziek uit Rhadjastan luistert zal verbaasd zijn over de gelijkenissen tussen de Spaanse flamencozang en de zigeunerzang uit India.
Hoe het ook zij, tot op de dag van vandaag ben ik dus naar die muziek blijven luisteren, dan weer eens naar de sitar in de jazz - bijvoorbeeld John Abercrombie, of nog recenter How2be - dan weer naar de cross over met klassieke muziek, zoals Menuhin meets Shankar en het Concerto for sitar and orchestra van Ravi Shankar (uitgevoerd door the London Symphony Orchestra o.l.v. André Previn)
Cross over is niet altijd een juiste benaming maar zeker is dat het nogal eens leidt tot kitsch. Dat is in het samenspel tussen Menuhin en Shankar onmogelijk maar ik heb in mijn platenverzameling heel wat voorbeelden van mislukt samenspel. Dat geldt onder meer voor een groot aantal voorbeelden uit de popmuziek, waar George Harrison natuurlijk de grote voorvechter was van spiritualiteit in de muziek, voornamelijk of doorgaans uitgedrukt door die soms esoterische klanken van de sitar. Leuk om nostalgische redenen maar muzikaal doorgaans van een zeer matig niveau.
Nu is er Utsav Lal (1992), een jonge pianist uit India die raga's heeft getranscribeerd voor piano en fortepiano. Nu ben ik muzikaal noch musicus, de status van consument nimmer ontstegen. Maar ik vind zijn composities prachtig. Hij heeft een krachtige aanslag die je ook tegenkomt in het sitarspel aan het einde van een raga en wat opvalt zijn de korte noten en akkoorden die hij speelt, als betokkelt hij een snaarinstrument. En er gebeurt iets wonderlijks in die composities: voor mijn westers gehoor verdwijnt de exotische klank van de sitar vrijwel geheel maar een zweem blijft achter, het soms hallucinerende effect van de herhaling van noten en akkoorden, het telkens terugkerende ritme van de linkerhand, wat is dit voor muziek, waar komt zij vandaan? En dan die plotse herkenning van het geluid van een sitar waarvan achtereenvolgens alle snaren worden aangeslagen, op de piano doet Utsav Lal dat met de rechterhand.. Beluister eens deze prachtige registratie: http://www.youtube.com/watch?v=t0HzoMwRgN0 Prachtig is deze muziek, ik vind het opzienbarend. Het geeft een nieuwe dimensie aan pianomuziek.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten