De financiële
wereld vertegenwoordigt het kapitaal, het bloed van een sociaaleconomische
ordening zoals de moderne samenlevingen dat zijn. Bij uitstek een
geglobaliseerd fenomeen in een wereld die geen wereldregering kent. En daarom
gaat er zoveel fout en wat erger is: daarom wordt er niets gedaan om
systeemfouten te herstellen.
Luyendijk
verbleef twee jaar in de Londense City en interviewde er ruim tweehonderd
spelers uit die flitsende en keiharde wereld van de haute finance. Hij
publiceerde al die interviews op een blog dat hij in dienst van The Guardian
gedurende die tijd bijhield en schreef er een boek over: Dit kan niet waar zijn. En u begrijpt het al: het is wel degelijk
waar.
Het is te simplistisch om die wereld van het flitskapitaal
en de grote zakenbanken met al hun geledingen te verklaren vanuit de hebzucht.
Er is meer aan de hand, aldus Luyendijk. Het begint bij het vaststellen wie
eigenlijk de eigenaar is van de risico’s die gelopen worden. Niet langer zijn
het de bankiers die de risico’s nemen maar eerst en vooral de aandeelhouders,
de toezichthouder en de belastingbetalers.
In kort bestek
schildert Luyendijk een even fascinerende als complexe en twijfelachtige wereld
waarin kennelijk onslijtbare mechanismen ervoor zorgen dat er in essentie niets
verandert, ondanks een wereldwijde financiële crisis die zich tot op de dag van
vandaag doet gelden en nog jarenlang een enorm impact als nagalm heeft.
Het is een
wereld waarin zero job security en dus zero loyalty de belangrijkste drijfveren
vormen waarin kortetermijndenken als vanzelf wordt afgedwongen: waarom zou je
over de bank denken als ‘jouw’ bank als je elk moment ontslagen kunt worden, of
weggelokt door een concurrent. Bovendien, zegt Luyendijk, zitten mensen klem in
het systeem omdat ze hun kinderen naar dure scholen brengen en zware hypotheken
hebben op het ongekend dure Londense vastgoed. Het is niet zozeer hebzucht, als
wel de angst om te verliezen wat ze hebben wat mensen ertoe brengt te blijven
werken in een systeem dat hen corrumpeert. En er vooral niets aan te
veranderen.
De financiële
wereld is niet zozeer immoreel als vooral amoreel. Ethiek is een woord dat niet
voorkomt in het vocabulaire dat gebezigd word op Canary Wharf en het gebied
rond St Paul’s.
Er werd wat
gesputterd over bonussen en kapitaalseisen maar de bankwereld is bijzonder
succesvol geweest in het sabotteren en tegenhouden van maatregelen om
daadwerkelijk iets te veranderen. Bovendien, en dat is veel ernstiger, de
onderliggende structuur van de globale bankwereld is onaangetast gebleven:
front-, back- en middle office. En de markt voor kredietbeoordelingen is nog
steeds voor vijfennegentig procent in handen van drie firma’s. En ze worden nog
steeds betaald door de banken die ze moeten beoordelen.
Van binnenuit
erkent men dat dit systeem alleen wezenlijk kan worden verbeterd wanneer er
daadwerkelijk iets aan de amoraliteit wordt gedaan. “Maar die neiging zit in de haarvaten van het systeem. Beter toezicht?
Verwacht daar niet te veel van. Wat voor regels je ook bedenkt, ze zullen
altijd manieren vinden om ze te ontwijken”.
Hoe het ook
zij, schrijft Luyendijk, “het doel moet
zijn de financiële wereld zo in te richten dat een omvallende bank niet meer de
wereldeconomie omver kan trekken: ‘Too big to fail’ is too big to exist: wat niet failliet mag gaan, mag niet
bestaan.” Hij ziet de financiële wereld als een vliegtuig met een lege cockpit en constateert dat
nationale regeringen niet het voortouw willen nemen bij een wezenlijke
reorganisatie van het zenuwstelsel van het financieel-economische verkeer. “Veel wijst erop dat de wereld van het geld
geen opknapbeurt of grote schoonmaak nodig heeft, maar nieuw DNA”.
Een goed en
vlot geschreven boek, waarin Luyendijk op een uiterst heldere wijze een vrijwel
onaantastbaar systeem analyseert. Een systeem dat zijn invloed doet gelden op
de wereldgemeenschap zonder dat ook maar iemand in staat is checks and balances
in dat systeem te integreren. In een wereld waarin iedereen op iedereen zit te
wachten en niemand iets doet. Ook niet die arme sloebers die werkzaam zijn in
die amorele omgeving. Want daarin is Luyendijk zeker geslaagd: mij ervan te
overtuigen dat die wereld zich niet laat verklaren vanuit de menselijke
hebzucht alleen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten