zondag 27 maart 2022

James Sligo Jameson

 

In Terug uit de witte hel van Adwin de Kluyver las ik onlangs dat James Sligo Jameson in Congo een elfjarig meisje kocht om haar aan een kannibalenstam aan te bieden zodat hij kon waarnemen hoe kannibalisme er uitzag, gepleegd werd. Jameson was, naar verluidt, getuige van het gedood en opgegeten worden van het meisje dat, volgens de overlevering, tijdens haar martelgang niet één enkele kik zou hebben gegeven. We schrijven het jaar 1887. De prijs die Jameson voor het meisje betaalde bedroeg zes zakdoeken.

Jameson? Die van de Ierse whiskey? Inderdaad, deze James Sligo Jameson was een erfgenaam van de befaamde Ierse whiskeydistilleerderij die een eeuw eerder door John Jameson was gesticht in Dublin. In een brief aan zijn vrouw schreef Jameson dat het allemaal een misverstand was en dat hij als een soort grap zes zakdoeken had geboden voor een meisje van elf. Maar, beste James, zulke smoesjes geloven wij niet. Zulke grapjes maakt men niet, dat deed men ook niet in 1887.


Nu ben ik een whisk(e)y-liefhebber en nadat ik een aantal jaren geleden de grote Jameson distilleerderij in Dublin bezocht drink ik graag en geregeld een Jameson. Wat denkt u, zou ik daar van af moeten zien nadat ik dit vreselijke verhaal las? Het is, gelooft u mij, geen broodje aap verhaal, het is echt gebeurd! Jameson maakte er zelfs schetsen van.

Geen opmerkingen: