donderdag 4 februari 2016
Son of Saul
Een film waarover veel ophef ontstond, winnaar van de Gouden Palm in Cannes. Debuutfilm van de Hongaarse cineast László Nemes, die zelf een deel van zijn familie verloor in Auschwitz. Eigenlijk is die vooruitgesnelde faam een nadeel omdat je dan nauwelijks nog onbevangen kunt kijken.
De film volgt de jood Saul, die zichzelf Auslaender noemt wanneer hij door de Duitsers snauwend naar zijn naam wordt gevraagd. Saul is Kapo in een concentratiekamp, als zodanig deel uitmakend van een Sonderkommando. Kapo's waren eveneens gevangenen die door de Duitsers voor tal van taken gebruikt werden maar uiteindelijk hetzelfde lot ondergingen als hun medegevangenen.
Het Sonderkommando van Saul werd ingezet voor het begeleiden van nieuw aangekomen gevangenen naar de ontkleedruimtes en gaskamers, voor het leegruimen en schoonmaken van de gaskamers voor de volgende moordpartij, voor het verbranden van de lijken in de crematoria en voor het dumpen van de doden in massagraven.
Een gedurfde film. Wie wil nu zo dicht op het vernietigingsprogramma van de nazi's zitten? Kun je zoiets überhaupt filmen en kun je als kijker zo'n film vervolgens uitzitten? Er iets bij ervaren, de film toch kunnen waarderen?
Wat mij betreft wel en dat is echt de grote verdienste van Nemes. Hij maakt het mogelijk deze verschrikkelijke film te ondergaan doordat hij vrijwel alles filmt over de schouder van Saul. Dat geeft enerzijds een schokkerig beeld maar juist daardoor ontstaat die enerverende ervaring die een verblijf in de hel moet zijn. Maar dan past Nemes twee technische ingrepen toe: hij filmt in een nagenoeg vierkant kader en doordat hij focust op Saul is de verdere achtergrond voortdurend wazig. Je ziet genoeg om je te realiseren dat zich daar onvoorstelbare taferelen afspelen maar het vierkante kader biedt je nauwelijks ruimte voor overzicht en de wazige beelden houden de werkelijke ellende net genoeg bij jezelf vandaan.
Hoe kunnen Kapo's zulk werk hebben doen zonder zelf ter plekke bevangen te worden door de waanzin die de nazi's moreel aanvaardbaar achtten? Saul toont het ons. Hij houdt zijn blik voortdurend gericht op een directe handeling en staat zichzelf niet toe het grotere beeld tot zich te nemen. En hij fantaseert. Hij fantaseert hoe hij zijn eigen zoon onder de slachtoffers tegenkomt en belast zichzelf met een taak die uitstijgt boven al het andere dat hem in die hel overkomt: hij wil zijn zoon fatsoenlijk begraven en daarvoor heeft hij een rabbi nodig. Hij gaat op zoek naar een rabbi onder de nieuw aangevoerde gevangenen.
Dat is het verhaal dat de film vertelt. Het ultieme kwaad van de nazi's en de loutering van zelfs een ingebeelde geschiedenis, de persoonlijke moed die groter is dan al het kwaad dat de Duitsers konden bedenken. Maar zo kwetsbaar dat de wals van het Duitse kwaad het nietsontziend vernietigde.
De film maakte dus niet de indruk die ik vooraf had verwacht maar gelukkig kreeg ik er wel iets anders voor terug. Deze film vertelt het verhaal dat verteld moet blijven worden. Gaat hem zien, deze film, deze indrukwekkende ervaring mag u uzelf niet ontzeggen. En waardeer dan van het verhaal dat Nemes ons vertelt. En u zult net als ik versteld staan van de acteerprestatie van Géza Róhrig, zelf geen acteur maar een Hongaars schrijver en dichter. Kortom, een onvergetelijke film.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten